50 vertalingen voor het Nederlandse woord `buik`

1. buik = bukske (Schijndels)
2. buik = balg; peens; beukbal; (Drents)
3. buik = bauk (Bilzers)
4. buik = boag (Koksijds)
5. buik = boech (Kerkraads)
6. buik = boêk (Nederweerts)
7. buik = boek (Achterhoeks)
8. buik = boek (Sittards)
9. buik = boek (Budels)
10. buik = boèk (Venloos)
11. buik = boek (Geuls)
12. buik = boek (Venrays)
13. buik = boek (Deventers)
14. buik = boek (Veessers)
15. buik = boêk / pèns (Horster)
16. buik = boek (Hasselts)
17. buik = boe'k (Neerharens)
18. buik = buk, bolg, pense, tunne (Kortrijks)
19. buik = bûk (Westfries)
20. buik = buk, bukken, als ww: vuurover-bukken (Urkers)
21. buik = buuk (Arnhems)
22. buik = balg (Vaassens)
23. buik = buuk (Nijmeegs)
24. buik = buuk (Zeeuws)
25. Buik = Buuk (Spakenburgs)
26. Buik = Buuk (Hierdens)
27. buik = buuk of pooke (Axels)
28. buik = lief (Westerkwartiers)
29. buik = meles (Horster)
30. buik = pansj (Kerkraads)
31. buik = pens (Antwerps)
32. buik = pens (Sittards)
33. buik = pens / buk (Westlands)
34. buik = pens / lief / buuk / pokkel (Gronings)
35. buik = penze / buuk (Gronings)
36. buik = pokkel, lief, penze (Gronings)
37. buik = pooke (Ouddorps)
38. buik = pookuh (Zeeuws)
39. buik = triepe (Koksijds)
40. buik = wieldop (Katwijks)
41. buik = balg, buuk (Epers)
42. Buik = Boek balg (Twents)
43. buik = boak (Westels)
44. buik = boek (Mestreechs)
45. Buik = Boek (Zurriks)
46. buik = boêk (Sevenums)
47. buik = pook (Hulsters (NL))
48. buik = buk (Zeeuws)
49. buik = buk (Schevenings)
50. buik = boêk (Overpelts)

1 vertalingen voor het dialectwoord `buik`

1. buik = beuk (Rous (Sint-Genesius-Rode))