Vind een (dialect)woord

Toon woorden

50 vertalingen voor het Nederlandse woord `vliegtuig`

  1. vliegtuig = vliegmachien (Spakenburgs)
  2. vliegtuig = vlieger (Moes)
  3. vliegtuig = ne vlieger (Turnhouts)
  4. vliegtuig = vlaigmesien (Gronings)
  5. vliegtuig = vlaigtuug (Gronings)
  6. vliegtuig = vleegmesien (Twents)
  7. vliegtuig = vleegmesjien (Budels)
  8. vliegtuig = vleegmesjien (Venloos)
  9. vliegtuig = vleegmesjiën (Horster)
  10. vliegtuig = vleger (Brussels)
  11. vliegtuig = vleeger (Roermonds)
  12. vliegtuig = vleigmesjien (Sittards)
  13. vliegtuig = vlieer (Kerkraads)
  14. vliegtuig = vlieger (Bilzers)
  15. vliegtuig = vlieger (Neerpelts)
  16. vliegtuig = vlieger (Giesbaargs)
  17. vliegtuig = vliegmachien (Antwerps)
  18. vliegtuig = vliegmessinne (Kortrijks)
  19. vliegtuig = vliegre (Harelbeeks)
  20. vliegtuig = vliegteug (Urkers)
  21. vliegtuig = vliegtuūg, vliēger (Venrays)
  22. vliegtuig = vliegtuug (Westerkwartiers)
  23. vliegtuig = vliegtuug (Achterhoeks)
  24. vliegtuig = vliegtuug (Flakkees)
  25. vliegtuig = vliegtuug (Barnevelds)
  26. Vliegtuig = Vliegtuug, vliegmasjiene (Hierdens)
  27. vliegtuig = vliegtuug (Ouddorps)
  28. vliegtuig = vliere (Brakels)
  29. vliegtuig = vlietuug (Flakkees)
  30. vliegtuig = vleeger (Brussels)
  31. vliegtuig = vleegmesjieen (Sjilvends)
  32. vliegtuig = vleger (Sevenums)
  33. vliegtuig = vlieg (Chattaal)
  34. vliegtuig = vliegmesien (Kaatsheuvels)
  35. vliegtuig = vliegtuug (Nijmeegs)
  36. vliegtuig = vliegtug (Zeeuws)
  37. vliegtuig = vliegmachiene (Archaïsch)
  38. vliegtuig = Vliegmachien (Groesbeeks)
  39. vliegtuig = vlieger (Antwerps)
  40. vliegtuig = vlieger (m.) (Eys)
  41. vliegtuig = fliegtuug (Leewarders)
  42. vliegtuig = vliegtuug (Siebengewalds)
  43. vliegtuig = vlieger (Simpelveld)
  44. vliegtuig = vliegtuug (Lunters)
  45. vliegtuig = vleegtuug (Heldens)
  46. Vliegtuig = Vliegmasjien (Genneps)
  47. vliegtuig = vliegmasjien (Oudenbosch)
  48. vliegtuig = vliegere (Lochristis)
  49. vliegtuig = vliegmashien (Riemsts)
  50. vliegtuig = vliéger, vleegmesjieng (Heerlens)