50 vertalingen voor het Nederlandse woord `gaat`

1. gaat = haot (Zeeuws)
2. gaat = ga (Woensels)
3. gaat = gaet (Katwijks)
4. gaat = gaait (Gronings)
5. gaat = gaot (Brabants)
6. gaat = gaot, giet (Drents)
7. gaat = geet (Bilzers)
8. Gaat = Geet (Achterhoeks)
9. gaat = geet (Elspeet)
10. Gaat = Geejt - git (Hierdens)
11. gaat = geet, goat (Twents)
12. gaat = geit (Venloos)
13. gaat = get (Klazienaveens)
14. gaat = gi (Helmonds)
15. gaat = gi (Brabants)
16. gaat = giet (Kampers)
17. gaat = git (Budels)
18. gaat = goat (Ouddorps)
19. gaat = got (Urkers)
20. gaat = gût (Nederasselts)
21. gaat = jeet (Kerkraads)
22. gaat = gaet (Huizers)
23. gaat = gaot (Opheusdens)
24. gaat = gaot (Berlicums)
25. gaat = gaot (Kerkdriels)
26. gaat = geet (Nunspeets)
27. gaat = geet (Arnhems)
28. gaat = geis / geit (Sittards)
29. gaat = gèit (Geuls)
30. gaat = geit (Mestreechs)
31. gaat = geit, , l (Mestreechs)
32. gaat = geit (Reuvers)
33. Gaat = Get (Zurriks)
34. gaat = giet (Epers)
35. gaat = gijst (Westerkwartiers)
36. gaat = git (Nijmeegs)
37. gaat = goat (Westhoeks)
38. gaat = goat (Barnevelds)
39. gaat = goat (Mays)
40. gaat = gaut (Maldegems)
41. gaat = get (Deventers)
42. gaat = gee’t (Winterswijks)
43. Gaat = Gut (Wijchens)
44. gaat = git (Winssens)
45. gaat = geit (Kinroois)
46. gaat = göt (Wells)
47. gaat = giet (Fries)
48. gaat = geit (neeroeters)
49. gaat = geit (Steins)
50. gaat = geet (Doornspijks)

46 vertalingen voor het dialectwoord `gaat`

1. Gaat = Moestuin (Ubachsbergs)
2. gaat = geit (Rotselaars)
3. gaat = geit (Berlaars)
4. gaat = geit (Waaslands)
5. gaat = geit (Westels)
6. Gaat = Geit (Sint-Katelijne-Waver)
7. gaat = geit (Balens)
8. gaat = geit (Duffels)
9. Gaat = Geit (Mols)
10. Gaat = Goud (Sint-Katelijne-Waver)
11. gaat = goud (Duffels)
12. gaat = goud (Bornems)
13. gaat = geit (Geels)
14. gaat = geit (Zandhovens)
15. gaat = geit (Westmeerbeeks)
16. Gaat = Geit (Grobbendonks)
17. Gaat = Geit (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
18. Gaat = Goud (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
19. gaat = gat (Lunters)
20. gaat = gat (Opglabbeeks)
21. gaat = gat (Rekems)
22. gaat = gat (Kinroois)
23. gaat = aars (neeroeters)
24. gaat = goud (Heppens)
25. gaat = gat (Neerharens)
26. gaat = gat (Venloos)
27. gaat = gat (Nederweerts)
28. gaat = gat (Weerts)
29. gaat = gat (Tegels)
30. gaat = tunnel (Mestreechs)
31. gaat = gat (Hunsels)
32. gaat = groentetuin (Gulpens)
33. gaat = gat (Roermonds)
34. gaat = tuin (Sjeeter plat)
35. gaat = goud (Moes)
36. gaat = goud (Giesbaargs)
37. gaat = goud (Wetters)
38. gaat = goud (Sint-Niklaas)
39. gaat = zitvlak (Ronsisch)
40. gaat = goud (Vilvoords)
41. gaat = geit (tervurens)
42. gaat = geit (Rous (Sint-Genesius-Rode))
43. gaat = geit (Lenniks)
44. gaat = geit (Kortenbergs)
45. Gaat = Geit (Rillaars)
46. gaat = geit (Overijses)