Winssens

Winssens bevat 7 gezegden, 203 woorden en 2 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

7 gezegden

binnen doorschoeks toe
Dat gaat van zelfDè gi(t) van eiges/dè gut van eiges
Graag achterom naar binnen komenAchterum is 't kermis
Het is erg drukD'r is gin durkomme an
Het komt zoals het komt't kum zoas 't kum
Tot morgen, zei BaudoinTot mèrge, zei Baudoin
Waar gaat dat naar toeWoar git dè hin

203 woorden

A

aaloal
aardappelpieper
aardappelenerpel
aardappels schillenerpel schellen
aardappelschilerpeschel
ademenoijemen
alleenallenig
armerm

B

baby (klein hoopje mens) klein hupke mins
bakjebekske
beetjebietje
bietenpeeën
bijna geenbekant gin
bleekwaterbleikwoater
blekenbleiken
bloempjebluumpke
bloesbazzeroen
boerenkoolboeremoes
boerenkoolboerremoes
bonenbônnen
boomgaardbongerd
boompjebumke
bosuitjejuinpèpkes
boterbotter
boterhambôtteram
boxlooprek
broekboks
broekjebukske
broekzaktes
brommenknôien
BroodMik
bunzingulling

D

daaromdurrum
dag (groet) hauwje
dat had je gedachtdà hai je gedogt
delendeilen
deukduts
deur staat opendeur stit los
dinsdagdeinsdag
doorlopendurlopuh
dopjedupke
dorpdurrup
drempeldurpel
droogdreug

E

eventjesefkus, ekkus

G

gaangoan
gaatgit
gedachtgedogt
geloofgeleuf
gelovengeleuven
gepluktgeplokken
Geruild wordenGerolen
geweestgewest
geweestgewist
gisterengiester
gootsteengutsteen
gootsteen afvoergutgat
graaggaen
graagger
GroenGruun
groentegruunte
grotergrôtter

H

haanhoan
hard roepenbulleken
haringherring
harkgriesel
harkengrieselen
harkengriesselen
hij geefthij gift
hij slaathij slit
HooivorkGaavel
horenheuren
houten paalpost
huisjehûwske
huismushuiskrets

I

ik slaik sloi

J

jaarjoar
jarigjôrrig
jijgij
jongetjejungske

K

kalfjekaelfke, mûk
kerel/mankel/kerl
kijkenkieken
kindkeind
kinderenkeinder
kindjekiendje
kipkiep
klaarkloar
klaverklever
klaverbloempjekleverbluumke
klokjeklûkske
klompjeklumpke
knolletjeknûlleke
knuffelenhaffelen
koekjekuukske
kokhalzenkulleken
konijnknijn
kopjekumke
korfkurruf
kraaikraei (krei)
kraankroan
krentkrint

L

ladelôôj
lein mannetjeklèn kelje
lepellìppel

M

maandmônd
maandagmoandag
maandagmôndag
maartmert
mager kindunne pierik
mankerl
mandben
marktmert
meisjemeske
merelmerrel
moemuuj
moetenmôtten
mogenmeugen
morgenmerregen
muismûws

N

nieuwjaarnij-joar
nieuwsnijs

O

ondeugend kindschupert
onkruidbocht
onnozel iemandduppert
onzinteutel
onzinwauwel
ookôk

P

paardperd
palingpoaling
pantoffelpantoeffel
personenautoluxe wagen
persoon die niets lusttettert/tetkont
pissebedkelderzeug
plaatjeplôtje
plaatsplats
plaatsjepletske
plakkenplêkken
politiepliesie
ponypoenie
prijporre
proevenpruuven

R

racefietswielrenner
Rode koolRooie kôhl
rode koolrooie kôl

S

schaapschoap
schepschop
schooierschoier
schoonschôn
schopschoep
schop (onder de kont)schup
schortscholk
schoteltjeschuttelke
schouderschouwer
schreeuwenschriiken
schroefjeschruufke
schuwschouw
slootkantslôtskaent
smerigsmerrig
sneeuwsnûw
spaspoi
spaspoj
spaak (v.e. wiel) speek
speekselspierts
spelenspeulen
spreeuwsprouw
spugenspiertsen
stoepjestuupke
stoffer en blikstofverken en blek
stoffer en blikvèger en blek
straatstroat
straatjestrûtje

T

tafeltoffel
theedoekschottelslet
theedoekschottteslet

U

uienjuinen
uiensiebels
uiterwaardenwèrdes of wèrd

V

vaakduk
vaatdoekschottelslet
varkenkeuje
varkenvèrke, keuje
varkenshokkeujeshok
veelveul, 'n kwak
vegerstofverken
vergietdurslag
vleesvleis
vorkvurk

W

weet jijwitte gij
wij slaanwij sloan
wonenwônne

Z

zakdoekzaudoek
zaterdagzoaterdag
zelfeijges/egges
zeurpietmaauwzak
zeverenzijveren
zichzelfz'n eigen
zoetzuut
zomenzeumen
zomerzommer
zoomzeum
zorgzurg
zuurzoer

2 opmerkingen

  1. Baudoin werd ter dood veroordeeld wegens een moord, in de nacht van 10 op 11 januari 1843 in Winssen. Het slachtoffer was Henrica Otten. Op de dag vóór zijn terechtstelling zou Baudoin, toen hij afscheid nam van zijn dorpsgenoten nam, `Nu, tot morgen dan`
  2. In de 80-er jaren van de vorige eeuw zei een kind tegen mij dat ze een loefje had gekregen met Sinterklaas. Dat bleek een speelgoedwinkel te zijn (supermarkt Loeffen).