50 vertalingen voor het Nederlandse woord `wortel`

1. wortel = een pej (Hoogstraats)
2. Wortel = Peej (Zaamslags)
3. wortel = friekkoo (Brugs)
4. wortel = karoote, workle (kortemarks)
5. wortel = caroote (Koksijds)
6. wortel = carotte (Ostêns)
7. wortel = carrote (West-Vlaams)
8. wortel = karote (West-Vlaams)
9. wortel = karote (Wevelgems)
10. wortel = krote (Harelbeeks)
11. wortel = 'n moeër, weentjermoeër (Weerts)
12. wortel = moeër (Budels)
13. wortel = moer (Kerkraads)
14. wortel = moer (Roermonds)
15. wortel = moor (Sittards)
16. wortel = pee (Hulsters (NL))
17. wortel = pee (Axels)
18. wortel = peej (Roosendaals)
19. wortel = peej (Brabants)
20. wortel = peeke (Antwerps)
21. wortel = pee (Brabants)
22. wortel = peen (Westlands)
23. wortel = poeët (Neerpelts)
24. wortel = poewet (Overpelts)
25. wortel = pôot (Overpelts)
26. wortel = Wettel (Ninoofs)
27. wortel = wettel (Opwijks)
28. wortel = pèjke (Berlaars)
29. wortel = workel (Ostêns)
30. wortel = workel (Koksijds)
31. wortel = worrel (Westerkwartiers)
32. wortel = wottel (Achterhoeks)
33. wortel = wottel (Bilzers)
34. wortel = wuittel (Moes)
35. wortel = wuttel (Leuvens)
36. wortel = carote (Poperings)
37. wortel = karote (Lauws)
38. wortel = karote (Iepers)
39. wortel = knijne voâh (Westlands)
40. wortel = moer (Susters)
41. wortel = poat (Overrepens)
42. wortel = wòttel (Epers)
43. wortel = wuertel (Zeels)
44. wortel = wurtel (Zunderts)
45. wortel = wurtel (Maldegems)
46. wortel = karroowte (Brugs)
47. wortel = weuttel (Herns (Herne, VL-B))
48. wortel = moer (Simpelveld)
49. wortel = workel (Maldegems)
50. wortel = karoote (West-Vlaams)

1 vertalingen voor het dialectwoord `wortel`

1. wortel = peen (Amies)