Roosendaals

Roosendaals bevat 116 gezegden, 573 woorden en 2 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

116 gezegden

aan de gang houdenouwet gaonde
Als ik je te pakken heb, dan zal ik jeAk oew, zak oew
Als ik zo lelijk was als u, zou ik er iets aan laten doen!As mijne'n ond zó lillek waar, scheerde ik z'n kont kaol en leerde ik 'm achteruit lòòpe!
Als je Wouw op je rug moest dragen zou je nooit naar Bergen op Zoom verlangen (naar iets verlangen dat zo goed als onbereikbaar is)Agge Wouw op oewe rug aar ange, zoude nie naar Baarege verlange
Bijt die (hond) als ik hem aai?Bettie akkum aai?
carnaval vieren in Roosendaaltullepeteren
Dat ik je bedank, dat weet je.Dagge bedaankt zijt, da witte.
Dat is een mooie boot!Das un mooi botje!
Dat kan me niets schelen!Da kamme nie schille!
Dat meen je niet!Da méénde nie!
Dat weet je toch wel?Da witte toch wel?
Die wond ziet er niet goed uit!Da lek wel een uitgezwore pèèrdenòòg
Echt (vraagteken)Das toch nie waor zeker
er een potje van maken't begaoie
Er moeten inkomsten zijn.Ut schouwke mot blijve róóke.
er zijn er veel't stikt 'r de moord van
er zijn er veeld'r zijn d'r veul van
ergens doorheen zittende peej in 'ebbe, de ju in 'ebbe
ga je eens aankledenga d'oe eige is optaokele
Ga weg!Opsodemietere!
Geen sprake van!Aon me nooit nie!
heb je het naar je zinedde oewen draai
Heb je het of krijg je het?eddet of krijdet
Heb je ook shag bij?Hedde / Edde gij ok sjek bij?
Het is een geweldig bankstel!Wa 'd un baank!
Het is toch wat!Tis toch wèèrd!
het kan me niet schelenik trek me nerreges wa van aon
Het kan me niets schelen.Ut kan me niks verschille.
het motregent't smost
Het regent.'t Staot te regene.
Hij heeft het verprutst.ij egget begaojt.
Hij heeft op zijn donder gekregen.IJ ee schelles g'ad
Hij is erg zatIJ's zo zat as 'n melijer / zo zat as ne'n aop
hij is niet slechttis ginne kwaoie
Hij loopt snel.IJ eed de gaank der in
Hij werkt in de tuin.IJ 's in d'n 'of bezig.
Hoe duur is datWa kost da
Hoe gaat het met jou?Oe gaoget meej oe?
Hoe gaat het? Niet om over naar huis te schrijven.Oe gaoget? Ut kan gin stoefe lije.
Hoe is het nu met je?Oe ist nouw?
hou je mondou'd oew bakkes
Hou je mond!Ou 'd oew bakkes!
Iedereen probeert er zelf het meeste voordeel uit te halenIeder trek'ut laoke nar z'n eigen kaant
iemand die het hoog in de bol heeftn'n kaole kakker
Iemand een reprimande geven (voor een grove fout of nalatigheid)Iemaand 'n bukkem geve.
ik ben'k zijn
Ik ben bekaf. / Ik heb erge dorst.Ik kan nie mir tuffe.
ik ben blij dat je er bent.ik zijn blij dagge d' r zijt
Ik ben doodmoe.'k zijn kepot, kep ginne assum mir
Ik ben doodopik zijn verslete
Ik ben doodop.Ik zijn tenne.
Ik ben het beu.Ik zijn d'r klaor mee.
Ik ga een stuk wandelen, Ik gaon 'n stukske kuiere.
Ik heb geen zin.'k eb gin zin.
Ik heb het koud.'k Em kouw.
Ik heb het toch gezegd!Ik em ut toch gezeed!
ik heb slaapik zijn lui
Ik heb weer eens geluk!Ik schuif ‘m wir marris
Ik ken hier de weg niet.Ik ken 'ier glad gin eg of steg.
Ik kom maar niet van mijn blaasonsteking af...Ik krijg er da gruis mar nie uitgezeke!
ik kom uitik zijn van
Ik laat niet met me sollen, ik laat me niet voor de gek houdenGij goa mee mijn gin elluf ure luien
Ik was daar gisteren nog.Ik zijn daor giestere nog gewiest.
Ik was nét te laat..'k sloeg mee m'n aand op en leeg plek!
In de winter als het gevroren heeft.Swienters at gevrozen eet.
Je bent een lekker ding.Ge zij'd un schòòn dieng.
Ge zij d'un mooi diengske.
Je hoeft niet per se de laatste te zijn!Ge 'oef nie de leste man de zak op te geven!
je kan niets meer met hemmeej em is gin laand mir te bezeile
Jij ruikt net als een natte hondGe ruukt net ne natte 'nond
Kan ik je op enigerlei wijze mijn hulp aanbieden?Mo 'k ellupe?
Kijk! Onze haan neemt een natte hond!Kêkt! Ònze'n oan nukt net n'n natte 'nond!
Kijk! Onze oude haan neemt een natte hond!Kekt! Ònze'n ouwe'n oan nukt net nun natte 'nond!
Kom je uit KalsdonkZijde gij van Kasdonk
kom je uit...zijde gij van...
Kom jij dadelijk?Komde sebiet?
Maak niet zo'n ruzie!Lig nie zo t 'akkenaaie!
Meen je dat?Méénde da?
Mijn moeder heeft diabetes.Ons ma ee sùkker.
Nee hoor.Da kan'k nie zegge.
Niet iedereen is even slim.G' et mèènse en g' et pottelooje.
Onnodig te zeggen dat ik u dankbaar ben.En dagge bedaankt zijt da witte.
Onze hond is gisteren gecastreerd.Oònze 'n ond is giestere g'ollepe.
Opgeruimd staat netjes.Schòòn waark.
Potverdorie!Gatverdikke!
Praat niet zo hard!Kwèk nie zo!
Precies wat ik wildeKrek wa'k wou
tot zienshoudoe
tot ziensoudoe
Verkering gehad hebben met...In de wei geloopen emme mee...
verliezen met kaartennat gaon
Vrouw (meisje) die constant haar neus ophaaltMie Snuf
Waar ben jij allemaal mee bezig?Wa sjouwde gij ammaol?
Waar is hij?Waor is ie?
Was het er druk? Heel druk!Waart'r veul vollek? Da gao nogal!
Wat heeft u een slechte adem!Ge stienkt gèèf uit oewe'n ruif!
Wat ik wil zeggen.Wa'k wou zèègge
wat is er nu weerwanouwir
Wat is het daar een rommeltje!Wa dun ùissouwe!
wat is het toch een apartewad 'n gaolipaop
wat maak je er een puinhoop vanwa zijde 't aon't begaoje
Wat maak je er toch een rommeltje van!Wa ben de 't toch aon 't begaoie!
Wat waait het hard!Wawaaiutard!
Wat wil je nou van mijWa wilde gij nou van mijn
Wat zeg je?Wa zeede?
Wat zeg je?Welluk?
we hebben...w'emme...
Weet je dat ook?Witte da ok?
Weet je dat?Witte da?
Weet jij hetWitte gij ut
wel jabij jot
Wie ben jij?Wie zijde gij?
Wie zegt dat?Wie zee da?
Wie zei dat?Wie zee da?
Zal ik je eens wat zeggen?Zal 'k oew 's wa zèège?
Zal ik maar zeggen.Zak mar zegge. / Zammazegge.
zo had ik het precies gedachtnet wak docht

573 woorden

A

aanaon
aan beide zijdenlaangst weerskaante
aanhalenfóólen
aanharkenrijve
aanmodderenaonklooie
aanrechtdoekschotteldoek
aanstarenaongaope
aapaop
aardappelenèèreppels
aardappelschilmesjeèèrpelscheller
aardbeièèrebezie
aardbeienèèrebeezies
aardbeienmandjeèèrebeziemaandje
accomodatieakkemedaosie
accountantakketaant
achter elkaarachter mekaore
achterbuurtgriebes
achterna rijdenachterop rije
alpinoklotje
alsas
als ikak
als jeadde
ambulanceambelaans, ziekewaoge
antwoordaantwoord
armoedeaarmoej
as (van verbranding) assie
asfaltmakkedam
aspergesasperzies
autootto

B

bedrag aan geldsommeke geld
begrijpenverstaon
bekvechtenakkenaaie
BelgiëBels
ben / was / geweestzijn / waar / gewiest
Ben je gek?Zijde benukt?
Ben je gek?Zijde gek?
Ben je stapelgek?Bende besodemieterd?
benedenbeneeje
bergbaarreg
Bergen op ZoomBaarege, Krabbegat
beschuitenpappoetenpap
beschuitenpappoetjespap
bezembessem
bezemstelenbessemsteele
bezorgenbezorrege
bezwangerdop zaot gezet
Bier met Spa RoodWaoterzakske
biertjepilske, bierke
bietjeskrote
bijleggen (bijvoorbeeld geld)bijlappe
bijnabekaanst, bekaant
bijnabekaant; mekaant
bladenbloaje
bloemenblomme
bloemenmarktblommemart
bodembòòiem
boompjebòòmeke
boontjesbòòntjes
borrelneut
borstroklijvet
bosbessenklokkebaaie
boterbotter
boterhambammetje
boterhambotteram,
bramenbrembezies
brandnetelbroeinetel
brandweerautobraandweerwaoge
Bredasewegd'n Baon
bretelsgrééle
broodbelegtoespijs
brutaalastraand
buikjebùikske
bullebakoesem

C

CarnavalskrantKwakkelkraant
chocolasjoklaat, kwatta
chocolademelkpoejersjeklaot
chocolademelkpooiersjeklaot
circussirrekus
creatiekreejaosie

D

daargiender
dadelssmèèrlappe
dakkapelkoefles
dakkapelkuveles
dartenvogelpikke
datda
dat erdat 'r
dat jedagge; dadde
dat je hetdag't
dat vrouwtjeda vrouwke
ded'n
de eersted' n éérste
dekselscheel
denkenprakkezeere
denken / dacht / gedachtdèènke / docht / gedocht
deukbuts
diabetesverpleegkundigesùkkerzuster
dijenbille
doodmoeafleggesklaor
doodmoeafleggeskloar
doodmoe zijnik zijn tenne
doorduwendurdouwe
drempeldùrpel
Dubbele boterham om 4 uurKoeiwachter
duizendduuzend

E

een'n, n'n
een aapn'n aop
een Belgnun Bels
een dikzakn'n papzak
een ezeln'n ezel
een heleboel'n éélen oop
een hondn'n ond
een huiler' n blèèter
Een klap gevenEen watjekow verkopen
een kop koffien'n bak koffie
een leuk kind'n nijig jong
een meisjeun meske
een viezerikn'n vùllek
een zak fritesn'n buil friet
eigenaareigenaor
eigenaardigampetaant
elastiekjestiekske
erfwaarf(t), plets
ergaareg
erg volstaampvol
ergensieveraans
ergensieveraant
eten kleinmakenbouwen
eventjeseffekes
expositieekspeziesie
expositieexposiessie
ezel'n ezel

F

Fijnaartde Fendert
flessenreinigerflesse reniger
frietkraamfrietkaar, frietkraom

G

gaangaon
geelgorsschrijver
geengin
geeuwengaope
geitjegetje
gekkerd / mallerdlilleke zot
geledengeleeje
gelijktijdigimpesaant
gelijkwaardignaovenaant
gemakkelijkmakkeluk
gemeenspelensmousjassen
gemeneriklillekerd
genoeggenogt
genoegsuffisaant
gevaarlichtenlaailichten
gevondengevonne
gewerktgeworreke
gewicht op de hand schattenkwikke
gezamelijkgezaomelek
gezicht, mondbakkes
gierigaard, vrekkraauwer
gillenkwèèke
ginggieng
glas frisdrankglaoske prik
glazen knikkerglaoze tillekes
glazen knikkerstillen
goed bij elkaar passenakkedeere
goed bij elkaar passenfokkedere
goed met elkaar op kunnen schietenakkedere
goedmoedige vloekjirrekesvanmeraante
graaggèère
groot snoepjebakkesvol
grote libelleglaozemaoker
grote libellenegesteker
grote metalen knikkerbommeket
grote toffeebakkesvol

H

haarborstelaor bùrstel
haastenjakkere
handjes van een klein kindpollekes
hapjesapkes
hardaart
hard praten, gillenkwèèke
harkrijf
harmonieaarmenie
hartart
heb jeedde, edde gij
heb jijedde gij
hebbenemme
heeftet
heen en weer gelopenweg en weer gelòòpe
HeerleEèrel
Heerle (gemeente Roosendaal)Èèrrel
heimweevaort
heimwee hebbenvaort emme
helemaaléélemaol
helemaaljimmaol
helpen / hielp / geholpenellepe / ollep / gollepe
hemeleemel
herbergarebaarg
hersteldersteld
het't
het bejaardenhuisde verzorging
het grasveldde bleik
het plafond't zolder
hierier
hijij
hoepelenrepe
hoeveeloeveul
Hollandse NieuweNuuwe'n èèring
honderdonderd
hoofdarses, harses, stui
Hoogerheide (gemeente Woensdrecht)Oògereie
hoogheidòògeid
Hoogheid (tijdens carnaval)Priens
hoogmoedig zijn'n èèr emme
hooiwagen (langpootspin)aaiemaai
hoorwor
horlogeorlozie
horzelbliendaos
hout voor bakkersovenmusterd
Huijbergen (gemeente Woensdrecht)Uibaarege
huilenblèète
huilenjaanke
huilenschrééuwe
huilerig moederskindmoesjaanker
huisjeùiske, kot
huiskamerd'n uis
hurkenukke
hutspotpeejstaamp
hutspotpeestaamp

I

ijscopiekelo

J

jajot
jaarjaor
jasfrak
jeoe
jeukjuuk
jezelfoeweige
jijgij
jongenkul
jongetjebrakske
jouwoew
juistsjuust
julliegullie
jurkklééd

K

kaarskerske
kaartenkaortje lèège
KaasKèès
kaatsebalstiekebal
Kaded'n Kaai
kadekaai
kadetjespiestelees, piesteleekes
kalfjekiepke
KalsdonkKasdonk
kapot makenverinnewere
kapuchonpiek
kauwenknaauwe
kersenkrieke
kibbelenakkenaaie
kikkerpuit
kikkerspuite
kikkervisjedikkop
kinderkopjes (straatwerk) kasseien, kienderkopkes
kindjekientje, pukske
kiptiet, kloek
kippenhoktietekooi
klappeut, tets
klapraampjebovenlicht
klein kindpegatter
kleine kinderenprallekes en brakskes
kleinigheidjeakkefietje
klerenbulle
kletsenwaawelen
kletsmajoorouwoer
knikkertilleke
knikkeren met ijzeren knikkersbommekette
knikkerspel met grote metalen knikkerbommekette
knolletjestollekes
knolraapknorraap
koekjekoekske
koelkastijskast
kofferbak (auto) kattenbak
komenkomme
koolmeesbiedief
kop koffiebakske leut
kopjekommeke
kopje koffiebakske koffie
kopje koffietas koffie
kou (de) kouw
krabbenkraauwe
krabben (bij jeuk) kraawen
krantkraant
krassenschramen
kruisbesstikkebesie
kruisbessenstikkebezies
KruislandKrùislaand
krukjepikkeltje
kuikenspielekes
kwajongenbrak
kwajongenkwaojong

L

laarzenlèèrze, botte
laatjelaoike, schùifke
laatsteleste
ladderleer
ladeschuif
lammetjelammeke
lamplaamp
lampjelaampke
langs de deuren gaan met koopwaarleure
langs de deuren uitventenleure
lawaaimakerkwèèker
leukleutig
libellespaonse naaier
liedjelieke
liefjeliefke
liegenjokke
logischwiebes
lol, plezierleut
lopengaon
luie stoelzùrg
luilakluie faant
lunchenschoften

M

macaronimacceronie
mannelijk geslachtsdeelgemacht
marechausseaoremutse
Markt Mart
marktmart
Meen je datMeende da nou
meikevermeulenèèr
meisjemeske
meisjepralleke
metmeej
met elkaar overweg kunnenakkedéére
met uienmee juin
met veel vaart (snelheid) mee veul gaank
met z'n allenmeej z'n ammaole
met z'n allen tegelijkmee gelijke man
miermuurzeiker
mijnmunne
mijn moederòòns ma, òòns moeder
mijn vaderòòns pa, òòns vaoder
Misvormde voetenOrlevoete
MoerstratenMoerstraote
moetenmotte
molenstraatmeulestraot
mooiegèève
mooieschòòne
motregensmos
muntje werpenmittiesse
muziekmeziek

N

naarnaor
naargelangnaovenaant
naastneffe, neeve
naastneve
neenèèje
neenéét
nergensnieveraans
niemandgin mèèns
nietnie
niet meernie mir
niets doenlaanterfaante
niksnutgaliepaoper
NispenNipse
nootjesnotjes

O

onbehoorlijkabbetaant
onbesuisdonbezouwe
ondertussenimpersant
ondertussenimpesant
ongecontroleerdonbezouwe
ongure buurtgriebes
onzin vertellenmaauwe
ookok
oorbellenoorbellekes
oorwarmersoremutse
op de hand wegenwikke
op je donder krijgenschelles krijge
op je hurken zittenop oew ukke zitte
opnieuwovernuuwt
opscheppenstoefe
opschepperblaoskaok, stoefer
opschietenaffeséére
opschietenavvesere
Optillen, oprapenKwikke
OudenboschOuwenbos
Oudenbosch (tijdens carnaval)Puitenol
over enige tijdsebiet
overrijpbùikzoet
overwegenprakkedèènke

P

paardpèèrd
paardenstaartpèèrdestèèrt
paardenvliegbliendaos
paardjeperdje
pantoffelssloffe
pap van beschuit met melkpoetjespap
parelhoentullepetaon
ParelhoendersTullepetaonen
parfumruuk
permitterenpermetere
petklak
piekerenprakkezeere
pier / wormpieraos
pissebedmuurvaareke
pistoletpiestelee
plagen / pestenpuuken
plantenplaante
plasticplestíek
plezierleut
plotselinginééns
poetsdoekbulleke
politiepliesie
politiepliessie
politiebuspliessiebuske
politiebusjepliessiebuske
politiecelkot
portretpetret
PratenMaauwen
precieskrek
prikkeldraadpinnekesdraod; pindraod
Prikken / stekenPieken
provisiekastschapraoi
PukkelenPuuken
pulkenpuuke
pumps'akskes

R

raadhuisraod'uis
raamlicht
raapstelenkeeltjes
raaroarig
raarraor, aoreg
raar persoondeuzigen bats
ragebolraversbol
rare snuiterrare snoes' aon
redetwistenakkenaaie
roepen / riep / geroepenroepe / roop / gerope
rondomrommetom
Rondom het huis.Rommetom ' t uis.
roodrooi
RoosendaalRoosendaol
Roosendaals spel, gespeeld met 2 teams en 2 stokjespattelullen
rubberen kaatsballenstiekeballe
ruikenruuke
ruïnerinnewaosie
ruïnerenrinnewere, verrinnewere
rustig zijnoe gemak ouwe
ruzie makenakkenaaie

S

schaatsenschètse
schilschellukke
schoenvetersniessels
schommelentouteren
schopspaoi
seringenkruinaogels
sinaasappelappelesien
Sint Hubertus broodjesùpkes
Sint-Willebrord't Heike
SinterklaasSienterklaos
slaslaoj
slaan / sloeg / geslagenslaon / sloog / gesloge
slagerslachter
slapenslaope
slapen / sliep / geslapenslaope / slopte / geslaope
slappe ranjazuurkeswaoter
slecht weerkwaoi weer
slipperssleffers
slipperssloefe
smoezenkonkelefoeze
snelmeej gáánk
snel opetensnaaie
soeplepelpollepel
somssommetije
spakenspééke
spartelenlillepòòte
speelgoedspeulgoed
spekzwoerdspekzwerdje
spelenspeule
spelenspeulen
spinspinnekop
splintersplienter
spoorbomende schuive
spoorbomenschuive
spugentuffen
staanstaon
staan / stond / gestaanstaon / stong / gestaon
stationstaosie
stationstasie
stoepplets
stofsmoor
stof happensmoor frète
stompenstoempe
strakssebiet
stuiterbalbutsbal
suikerbietsùkkerpeej
sukkeltje (meisje)deuzeke

T

taaltaol
tafeltaofel
tasjerittekuleke
televisietilleviesie
Titus BrandsmastraatGassstraot
toegejuichttoegejoge
toffeebrok
trechtertrefter
tromboneschuif
trottoirplets
trottoirpletske
tuind'n 'of
tuinbonenboeretééne
tuinbonenlabbòòne
tuinterrasplets
twistenbakkeleie

U

Ugij
uijuin
uienjuine
uitglijdenuitschuiven
uithorenfuntere
uitrustenschoove
uwoe, oew, oewe

V

vaatdoekschotteldoek
vaderouwe
vanzelfvaneiges
varkenkuus, varreke
veelveul
veel te veelveulste veul
vergietstermijn
verhaalver' aol
verkledenverkleeje
verledenverleje
verliezenverliere
verraderfariezeejer
verschrikkelijkvrééd
verstoppertje spelenwegkruiperke speule
viesontig
VijfhuizenbergFuis
viooltjesfigelette
viskuitzaojers
vlavlaoi
vlaaivlaoi
Vlaamse gaaihanniebroek
voorhoofdstui
vorigverleeje
vorige weekverleje week
vorkverket
vragen / vroeg / gevraagdvraoge / vroog / gevroge
vreemdevremd volk, nen aorige
Vrouw die haar huis niet poetstVuile poet
VrouwemadestraatVermaoi
vuurwerkvuurwaark

W

wandelenkuiere
wantenwaante
warmwaarem
watwa
wat eenwad 'n
weerwir, alwir
WelbergWelbaareg
welkeukke
welkeuukke
werkwaark
wespsperreweps; perreweps
wespensperrewepse
witlofsiechereislaoi
wolsjet
wortelpeej
wortelenpeeje
worteltjespeejkes
Wouwse PlantagePindurrep, de Pin

Z

zadel (van een fiets) zaol
zakzakske
zakdoeksnotlap
zandaardappelenzaandjanne
ZeelandZeelaand
Zeggede Zeg
zeizee
zet hem opgift 'm kèès
zeurenmaauwe
zeurenzaoge
zeurpiet, zeveraarzéémelèèr
zij (meewerkend voorwerp)zullie
zo gezegdzo gezeed
zometeendaolek
zometeensebiet
zorgenzùrrege
zulkezukke
zuurstoklekstok

2 opmerkingen

  1. 'De bleik' is Roosendaals voor 'het grasveld', het veld was 'van bleek' en om te bleken.
  2. Voordat we Tullepetoanen werden genoemd - pas ontstaan in de jaren 70 - waren wij Roosendaalse
    Stoepschijters. Lang geleden vond de bevolking van de omringende gemeenten van Roosendaal ons maar kouwe kak. Veul gespin en weinig wol om zo maar te zeggen. Daar kwam dus onze bijnaam vandaan. Met Carnaval is het de gewoonte dat men je bij je bijnaam noemt: Wouwse papboeren, Tilburgse kruikezeikers, Bergse krabben enz. Aangezien wij als echte Roosendalers de naam stoepschijters natuurlijk veel te min vonden, hebben wij onszelf omgedoopt tot Tullepetoanen.