Vind een (dialect)woord

Toon woorden

50 vertalingen voor het Nederlandse woord `behangen`

  1. behangen = behange (Neerpelts)
  2. behangen = bejangen (Moes)
  3. behangen = bejangen (Hams)
  4. behangen = biejang'n, papier'n (Waregems)
  5. behangen = plakk'n (Roeselaars)
  6. behangen = papier plakkn, tapieseern (Kortemarks)
  7. behangen = tappeseiere (Sittards)
  8. behangen = tappeseren (Lanakens)
  9. behangen = tappeseieren (Sittards)
  10. behangen = tappesére (Mestreechs)
  11. behangen = tappetsere (Simpelveld)
  12. behangen = papiern (Ledegems, Kappels)
  13. behangen = tampeten (Riemsts)
  14. behangen = tàppiséére (Walshoutems)
  15. behangen = tappesere (Heerlens)
  16. behangen = tapéte (Hoeselts)
  17. behangen = tapesseren (Zolders)
  18. behangen = tapeseren (Heusdens)
  19. behangen = tappesere (Kinroois)
  20. behangen = bejang'n (Evergems)
  21. behangen = tappessaire (Tiens)
  22. behangen = tapissieëre (Bilzers)
  23. behangen = tappesiëre (Bilzers)
  24. behangen = tappeseire (Betsers)
  25. behangen = papier plekken (Hulshouts)
  26. behangen = tappisêre (Opglabbeeks)
  27. behangen = tappesieren (Kortrijks)
  28. behangen = tappesiére (Tongers)
  29. behangen = tappeseire (Wommersoms)
  30. behangen = tapiseiren (Ronsisch)
  31. behangen = tapesere (Overrepens)
  32. behangen = bange (Booms)
  33. behangen = tappetsere (Bocholtz)
  34. behangen = tappetsere (Kerkraads)
  35. behangen = tapizeire (tervurens)
  36. behangen = tappesére (Kanners)
  37. behangen = tappeseere (Koersels)
  38. behangen = pepeer plekke (Opglabbeeks)
  39. behangen = bieangn (Oudenaards)
  40. behangen = plekke (neeroeters)
  41. behangen = tappesére (Beeks)
  42. behangen = behonge (Wagenings)
  43. behangen = tappesieëre (Munsterbilzen - Minsters)
  44. Behangen = Behongen (Giessendams)
  45. behangen = pepieren (Zwevegems)
  46. Behangen = tappesére. (WT) (Mechels (NL))
  47. behangen = tapetsere (Bocholtz)
  48. behangen = tappësiëre (Munsterbilzen - Minsters)
  49. behangen = tappeseren (Lummens)
  50. behangen = tapisseiren (Rous (Sint-Genesius-Rode))