50 vertalingen voor het dialectwoord `motte`

1. Motte = Moeten (Mechels (NL))
2. motte = moeten (Bollenstreeks)
3. motte = zeug (Oldebroeks)
4. motte = moet (Moerdijks)
5. motte = slaag (Antwerps)
6. Motte = Slaag (Grobbendonks)
7. motte = moeten (Essens)
8. motte = zeug (Drents)
9. Motte = Motvlinder (Hoogeveens)
10. Motte = Zeug (Hoogeveens)
11. motte = morsen (Fries)
12. motte = moet je (Culemborgs)
13. motte = moeten (Wagenings)
14. motte = moeten (Betuws)
15. motte = moeten (Diems)
16. motte = zeug (Epers)
17. motte = zeug (Elspeet)
18. Motte = Moet (Herwijns)
19. Motte = Zeug (Eibergs)
20. Motte = Mot (Hierdens)
21. mótte = moeten (Kinroois)
22. motte = moeten (Kanners)
23. motte = klappen (Munsterbilzen - Minsters)
24. Motte = Slaan (iemand) (Spalbeeks)
25. mótte = moeten (Venloos)
26. mòtte = moeten (Sittards)
27. mòtte = moeten (Venrays)
28. motte = moeten (Sjilvends)
29. motte = Moeten (Genneps)
30. mòtte = moeten (Steins)
31. mótte = moeten (Hunsels)
32. motte = moeten (werkwoord) (nijswillers)
33. motte = moeten (margratens)
34. motte = moet (Lòns)
35. motte = moeten (Roosendaals)
36. motte = moeten (Riekevorts)
37. motte = moeten (Bredaas)
38. motte = moeten (Oudenbosch)
39. motte = moeten (Steenbergs)
40. motte = moeten (`t-Heikes)
41. Motte = Moeten (Zevenbergs)
42. motte = moet (Brabants)
43. motte = moeten (Brabants)
44. motte = moedervarken (Staphorsts)
45. motte = varken (Staphorsts)
46. motte = varken (zeug) (Rijssens)
47. Motte = Zeug (Staphorsts)
48. motte = zeug (Giethoorns)
49. môtte = varken (vr) (Bathmens)
50. motte = zeug (Vriezenveens)