31 vertalingen voor het Nederlandse woord `zei`

1. zei = see (Nijmeegs)
2. zei = sei (Texels)
3. zei = soit (Westfries)
4. zei = zaat (Vijlens)
5. zei = zee (Drents)
6. zei = zee (Nieuw-vossemeers)
7. zei = zee (Brabants)
8. zei = zee (Wagenings)
9. zei = zee (Roosendaals)
10. zei = zee (Overpelts)
11. Zei = Zeej (Zunderts)
12. zei = zinde (Udens)
13. zei = zee (Arnhems)
14. zei = zee (Helmonds)
15. zei = zee (Steenbergs)
16. zei = zee of zeej (Zunderts)
17. zei = zeej (Tilburgs)
18. zei = zee (Culemborgs)
19. zei = zee (Noordwijks)
20. zei = zee (Prinsenbeeks)
21. zei = zee (Nieuw lekkerlands)
22. zei = zag (neeroeters)
23. zei = zee (Slands)
24. zei = zee (Benschops)
25. zei = zeedu, zeej (Brakels (gld))
26. zei = zi (Boakels)
27. zei = zee (streefkerks)
28. Zei = Zee (zoetermeers)
29. Zei = Zegde (Hoogeveens)
30. Zei = Zee (Herwijns)
31. zei = zin (Berghems)

8 vertalingen voor het dialectwoord `zei`

1. Zei = Zaai (Hierdens)
2. zei = teems (Overpelts)
3. zei = zee (Bilzers)
4. zei = zeef (Heusdens)
5. zei = zeef (Zolders)
6. zei = vergiet (Simpelveld)
7. zèi = vergiet (nijswillers)
8. zei = zij (pers. vnw.) (Waanroods)