48 vertalingen voor het Nederlandse woord `ga weg`

1. ga weg = mieter op (Nijkerks)
2. ga weg = goa vuurs, bollet em af (Gents)
3. Ga weg = goa weg, naait um, schei tog uit (Brabants)
4. ga weg = goj plèite (Nijmeegs)
5. ga weg = lopt ne de vantjes (Overpelts)
6. ga weg = scheurt je puuste (Ostêns)
7. Ga weg = tieft op (Westlands)
8. ga weg = trap 't aof; gank (Bilzers)
9. ga weg = donder op (Steenbergs)
10. ga weg = Jank voet (Simpelveld)
11. ga weg = teure vwor (Harelbeeks)
12. ga weg = Naait 'm (Bosch)
13. ga weg = naaithum, gaot heen (brabants)
14. ga weg = nééitum (Bosch)
15. ga weg = pleur op (Venloos)
16. Ga weg = Tertent 'taf (Lokers)
17. ga weg = teure vwoirs (Lauws)
18. ga weg = naai er uit (Eindhovense straattaal)
19. ga weg = oepel toch op (Zeeuws)
20. ga weg = mikt ai j wig bin (Zeeuws)
21. ga weg = lop eene (Zeeuws)
22. ga weg = lop eene (ga heen) (Zeeuws)
23. ga weg = god oon (Aalsters)
24. ga weg = g wg (Chattaal)
25. ga weg = trap ' t af (Lokers)
26. ga weg = gank voet (Heerlens)
27. ga weg = scheur je kloten, go vors, makt daj weg ziet, zet an mej visbak; scheur je peuste (Ostêns)
28. Ga weg = loop mich on mene tram op (Bilzers)
29. Ga weg = de kons mich on mene règ oplope (Bilzers)
30. ga weg = lek ze mich (Bilzers)
31. ga weg = loop noë de poemp (Bilzers)
32. ga weg = teure vwaor (Kortrijks)
33. ga weg = gank voert; got voert (dür) (Bilzers)
34. Ga weg = stappet them aaf (Boorsems)
35. ga weg = teure voort (West-Vlaams)
36. ga weg = flikkersteen op (Bosch)
37. ga weg = lazer op (Katwijks)
38. Ga weg = Bol het mer af (Turnhouts)
39. ga weg = donder op (Gronings)
40. Ga weg = Duvel-d-op (Zevenbergs)
41. ga weg = teure vuoort (Zwevegems)
42. ga weg = jankvoet oppenzie (Simpelveld)
43. ga weg = heft u! (Harelbeeks)
44. Ga weg = droi mo je karre; ook `kèir mo je karre` (Ostêns)
45. ga weg = goat heun! (Utrechts)
46. Ga weg = Goat dooir (Brustems)
47. ga weg = teur (Zottegems)
48. Ga weg = Pleurt op (Utrechts)