24 vertalingen voor het Nederlandse woord `vertrouwen`

1. vertrouwen = betraaven (Aalsters)
2. vertrouwen = betrouwe (Bilzers)
3. vertrouwen = ferduutsie (Gronings)
4. vertrouwen = konfiejanse, konfjensje (Kortemarks)
5. vertrouwen = verdusie (Twents)
6. vertrouwen = verdusie (Epers)
7. vertrouwen = vertroewen (Sevenums)
8. vertrouwen = konfjensje (Iepers)
9. vertrouwen = vertraawe (Gents)
10. vertrouwen = vertraan (Sint-Niklaas)
11. vertrouwen = vertrówwe / vertroetj (Kinroois)
12. vertrouwen = verdusie (Zeeuws)
13. vertrouwen = troewe (Steins)
14. vertrouwen = fieduusie (Tilburgs)
15. vertrouwen = feduusie (Tilburgs)
16. vertrouwen = komfiance (Gents)
17. vertrouwen = feduusie (Brakels (gld))
18. vertrouwen = vertraan (Lebbeeks)
19. vertrouwen = fedusie (Kampers)
20. vertrouwen = trouë: trou, trous, trout troude getroud (Genker)
21. vertrouwen = vertroewe (Wessems)
22. Vertrouwen = Veduzie (Hoogeveens)
23. vertrouwen = stoat op goan (Kaprijks)
24. Vertrouwen = Fiductie (Archaïsch)