Vind een (dialect)woord

Toon woorden

28 vertalingen voor het Nederlandse woord `Op tijd`

  1. op tijd = betieds (Genneps)
  2. op tijd = bettech (Aalsters)
  3. op tijd = optesj (Aalsters)
  4. op tijd = intets (Moes)
  5. Op Tijd = Oep Taad (Sint-Katelijne-Waver)
  6. op tijd = intiej (Kinroois)
  7. op tijd = intets (Geels)
  8. op tijd = èntijds (Genker)
  9. op tijd = in tets (tervurens)
  10. op tijd = betied (Kinroois)
  11. Op tijd = Bi'jtieds (Giethoorns)
  12. op tijd = betijds (Giessendams)
  13. op tijd = tèds, intèds (Tilburgs)
  14. Op tijd = Beteds (Zevenbergs)
  15. op tijd = antits (Zwevegems)
  16. op tijd = betèds, petets (Brakels (gld))
  17. op tijd = bij taajds (Munsterbilzen - Minsters)
  18. Op tijd = Oep taad (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  19. op tijd = én tijds (Munsterbilzen - Minsters)
  20. op tijd = én taajds (Munsterbilzen - Minsters)
  21. Op tijd = Umtied (Hoogeveens)
  22. op tijd = in tets (Mechels (BE))
  23. op tijd = antidd'n (Wevelgems)
  24. Op Tijd = In Tyds (Harelbeeks)
  25. op tijd = antieden (Veurns)
  26. op tijd = intets, battets (Wichels)
  27. op tijd = bietids (oldebroeks)
  28. Op tijd = Intets (Herentals)