8 vertalingen voor het Nederlandse woord `koer`

1. koer = misstof (St Huibrechts-Herns)
2. koer = méssef (Bilzers)
3. koer = aateraut (Bilzers)
4. koer = haajske (Munsterbilzen - Minsters)
5. koer = spieëlplak (Munsterbilzen - Minsters)
6. Koer = Schalèè. (Hasselts)
7. koer = plets (Essens)
8. Koer = Mestof (Waasmonts)

36 vertalingen voor het dialectwoord `koer`

1. koer = toiletten (in café) (Kaprijks)
2. koer = speelplaats (Rotselaars)
3. koer = koor (Dilbeeks)
4. koer = speelplaats (Harelbeeks)
5. koer = speelplaats (Antwerps)
6. koer = speelplaats (Sint-Lenaarts)
7. koer = wc (Mols)
8. koer = korf (Fries)
9. koer = mand (Fries)
10. Koer = Masker (Kerkdriels)
11. koêr = binnenplaats (Bilzers)
12. koer = binnenplaats (Riemsts)
13. koêr = speelplaats (Kanners)
14. koêr = koor (Kanners)
15. koër = koor (Heerlens)
16. koer = koor (Budels)
17. koer = schoolplein (Gastels)
18. koer = binnenplaats (Sint-Niklaas)
19. koer = speelplein (school) (Ninoofs)
20. koer = speelplaats (Brakels)
21. koer = speelplaats (Moes)
22. Koer = Speelplaats (Zelzaats)
23. koer = speelplaats (= school) (Sint-Niklaas)
24. koer = wc (Evergems)
25. koer = speelplaats (Klings)
26. koer = toilet (Gents)
27. koer = binnenplaats (Lebbeeks)
28. koer = speelplaats (school) (Kaprijks)
29. koer = speelplaats (Diesters)
30. koer = wc (Vilvoords)
31. koer = terras (Lauws)
32. koer = plein (West-Vlaams)
33. koer = binnenplaats (Hulsters (NL))
34. koer = plaats van de toiletten (Hulsters (NL))
35. koer = schoolspeelplaats (Hulsters (NL))
36. koer = tussenruimte (West Zeeuws Vlaams)