Vind een (dialect)woord

Toon woorden

35 vertalingen voor het dialectwoord `ken`

  1. Ken = Kan (Noordwijkerhouts)
  2. ken = pit (fruitpit) (Brechts)
  3. ken = kan (Snekers)
  4. kèn = kan (Nijmeegs)
  5. ken = kan (Arnhems)
  6. Ken = Kan (Renkums)
  7. ken = kan (Gronings)
  8. ken = kot (Mezeikers)
  9. ken = kan (Woensels)
  10. ken = kan (Bergs)
  11. ken = kan (Liempds)
  12. ken = kan (Texels)
  13. ken = kan (Amsterdams)
  14. ken = kunnen (Texels)
  15. ken = kan (Utrechts)
  16. Ken = Kun (Hagesteins)
  17. ken = ik heb (West-Vlaams)
  18. ken = ik heb (Zeeuws)
  19. ken = ik heb (Terneuzens)
  20. ken = kan (Westlands)
  21. ken = kan (Flakkees)
  22. ken = kan (Katwijks)
  23. ken = kan (Leids)
  24. ken = kan (Delfts)
  25. Ken = Kan (Dordts)
  26. ken = kan (Hendrik-Ido-Ambachts)
  27. ken = kan (van kunnen) (Noordwijks)
  28. ken = kan (Nieuw lekkerlands)
  29. ken = kan (Lekkerkerks)
  30. ken = kan (Bollenstreeks)
  31. Ken = Kan (Alblasserdams)
  32. Ken = Kun (Alblasserdams)
  33. ken = kan (Rotterdams)
  34. ken = kunt (Rotterdams)
  35. Ken = Kan (Termeis)