6 gezegden

112 woorden

8 opmerkingen

1. Bij ons zeiden ze vaak `pas maar op' t blàuwe bussie komt so` als je je een beetje vreemd gedroeg.
2. De delftse R verschilt per plaats in de lettergreep.
   De R aan het begin van een lettergreep is vaak rollend, of vanuit de keel, waardoor het af en toe verward word met een G. (Grappig -> ggappug) .
   Aan het eind van een lettergreep is de R (r) zachter uitgesproken. (bRandweer -> met eerst een rollende keel-R en daarna een zachte r) .
   De Delftse zachte r is wel beduidend minder accentuerend dan de Gooise r, die in de uitspraak veel op het Engelse 'air' lijkt.
3. Kaal wordt in ieder geval in Delft en omstreken gebruikt om aan te geven wanneer iemand dronken is. Dit is voornamelijk onder studenten.
4. Mijn oma (buitenwatersloot) zei ` de mossen vallen van t dak`
   Bedoeld zijn de mussen. En zo warm is het .
5. Mijn oma Greet Mulder-Langeweg zei altijd: `Ut Dellufs besluit draait altijd op stront uit.`
6. Mijn vader zei ` mot je bij zijn zijn.`
   Dus bij hem wezen.
7. Toen ik als jong Delveneesie en bloemenbezorger voor Van der Maarel Bloemsierkunst aan de Voorstraat onderweg door iemand staande werd gehouden en mij vroeg naar de Phoenixstraat (uitgesproken als Feuniksstraat) moest ik het antwoord schuldig blijven.
   Zeer tot mijn ongenoegen -ik kende immers alle straten in Delluft- meldde ik het voorval terug op de zaak. De baas zei toen: "Maar Frans dat weet je tocht wel, dat is bij het Hippolytusziekenhuis (spreek uit: Hieppoolietus"." Daarop ik antwoordde:"nee, dat is de Poenixstraat!"
8. het blauwe wagentje bellen stond voor het rare / vreemde gedrag van iemand. Het St. Jorisgasthuis (gekkenhuis genoemd) beschikte namelijk over blauw gekleurde autootjes die soms patiënten vervoerden.