22 vertalingen voor het Nederlandse woord `fazant`

1. fazant = fezaante (Twents)
2. fazant = fezant (Venloos)
3. Fazant = Fezante (Zwols)
4. Fazant = Feza-nt (Zurriks)
5. fazant = vesaant (Oudenbosch)
6. fazant = faasaant (Lunters)
7. fazant = fezant (Sint-Niklaas)
8. fazant = ne fizant (Londerzeels)
9. fazant = fizant (Duffels)
10. fazant = fezant (Duffels)
11. Fazant = Fezaante (Giethoorns)
12. Fazant = Fezaant (Zevenbergs)
13. fazant = fezaant (Tilburgs)
14. fazant = fezaant (Brakels (gld))
15. fazant = fezaante (Vechtdals)
16. fazant = fazaan (Bocholtz)
17. Fazant = Fesant (Rillaars)
18. fazant = fezante (Kampers)
19. fazant = fuzante (Hattems)
20. fazant = fezant (Zummers)
21. fazant = fezant: fezante, fezantsje (Genker)
22. fazant = fi'zante vr. mv. fi'zantn (oudenaards)