Aan de bar zitten met een half dichtgeknepen oog en een pilsje in je hand.
pierauwge
aanrecht
gutstein
aanrecht
pompstein
aardappelen
erpel
acht
aacht
adem
òjjem
ader
òjer
akelig persoon
neeteknipper
akker
plak
altijd
alzelèève
april
pril
arm
èrm
Asten
Aaste
B
been
bein
beetje
kledje
België
Bels
beslag voor pannenkoek
timper
beter
better
bezem
bessum
bezig
bizzig
biggen
bagge
bijeen
bajin
bijeendrijven, opjagen
hisse
bijna
bekant
bindtouw
zilke
bloeden
bloeie
bloem
bluumke
bloempje
bluumke
blootsvoets
berrevoets
bluffen
zwetse
bodem
bójem
boekweit
boegend
boom
bom
boompje
bumke
bord
burd
boter
botter
boterhammen
bótramme
breed
bri
bretels
galluge
broek
boks
broekspijp
bóksepiép
broekzak
boksetès
broer
brúúr
brood
mik
bruiloft
brulleft
Budel
Buul
burgemeester
bùrgemister
C
carbid
kerbiet
chocoladereep
kwatta
constant
'nhauwend
D
daar achter aan
krek hindert
daar ginds
gins wijt
Daarginds
Daorginder
daarom
dùrrum
dadelijk
daalek
damian
hengste patty
darmen
dèèrm
de gevolgen ondervinden
besniéte
de sluis
de slois
Deurne
Deurze
dicht
deecht
dikwijls
dik
dikwijls
dikkels
dinsdag
deingstig
dochter
dòòchter
dode (n)
dóje, douwie
doen
doew
donderdag
donderig
door de weeks
swèrres
doornstruik
pikkerbos
doos
douws
doosje
doiske
Drogisterij van Otterdijk
De Snor
dronkaard
zatlap
dronken
zat
duif
deuf
duivel
duuvel
E
eekhoorn
enkhórre
een
ein
een beetje
un bietje
een grote mongool
unne grauwte mognool
een grotere mongool ; )
en grottere mongool
een vreemd persoon
unne aorige
eenentwintig
innentwintig
eenjarig kalf
maol
eerlijk
irlek
eerlijk
irlik
eerste
uurste
eeuwig
iwig
egel
pinegel
eigenaardig
aorig
eitjes
eikes
elders
op 'n aander
elf
elluf
elkaar verdragen
akkerdeere
emmer
immer
ergens
erreges
even
efkes
even
efkus
ezel
ezel
F
familie
aige vollek
familie
fumielie
fatsoen
fesoewn
fazant
fezant
februari
fibberworrie
feest
fist
friemelen
frótte
fruit
froit
G
gans
gaans
garage
graas of grazie
gedaan
gedao
geduld verliezen
èrm zin kriege
geen
gin
geen een
ginneninne
geit
gúit
gemakkelijk
hendig
gemeente
geminte
gemeentehuis
gemintehois
gierigheid
bistighaid
gierkelder
zeikput
gierput
bèèrput
ginds
ginder
gootsteen
gótstéin
graag
gèèr
groen
gruun
groente
gruunte
groot
grouwt
grote bijl
aks
gulzig eten
frèète
H
hamer
hammer
handkar met twee wielen
pendaks
handvol
haffel
haring
herring
hark
griesel
harken
grieselen
hectare
buunder
heel, geheel
òlling
hemeltjelief
jizzus merante
herhaaldelijk
dik zat
herhaaldelijk
geriggeld
herinneren
heuge
het dorp
t'úúrup
het grasveld
den dries
hooguit
hógoit
hooivork
gaffel
horloge
gelózzie
houtzaag
bosduuvel
huilen
schruwwe
I
iemand
iemes
in loondienst werken
diéne
Inwoner Someren-Heide
Heikneuter
Inwoner van Someren-Eind
Dènse bok
is het niet, niet dan etc.
wonne
J
jaar
jaor
jammer, zonde
seund
jammeren
permeteere
januari
janneworrie
jij
gaj
jong onbesuisd iemand
galleper
jongen
jeungske
Jood
Jód
jullie
gallie
K
kamer
kammer
kanaal
knaol
kapelaan
kuplaon
katoen
kutoewn
kermen van pijn
joekere
kersen
kurze
kersenpannekoek
kurzestreuf
Kijken
Kieke
kikker
kikvors
Kind
Snotneus
kinderen
keinder, jong, jonges
kinderen
kiendjes
kist
keest
klap om de oren
flèèr
klein potlood
potlodje
kletskous
lulbóks
knijptang
neiptaang
knoeien
brasse
knoeien met water
poelieje
koe
koew
koekepan
streufpaan
konijn, konijnen
knijn, kneend
koningin
kunnigin
kopje
keumke
kopje
tas
koster
kuster
koud
kauw
krantje, blaadje
blèèike
kruienwagen
krajge
kruimelen
grummele
kuikens
koikes
kuikentjes
pielekes
kwaad
kwò
L
lamp
lemke
lampekapje
lampekepke
laten begaan
gewórre
LCD TV
platte tillevisie
Leende
Lind
leeuw
lùw
lepel
lippel
leren
leiere
Lierop
Lierrup
Lieshout
Liessent
Liessel
Leissel
likken
lekken
lood
louwd
loops
lups
lopen
loupe
luisteren
loistere
M
maandag
móndig
Maarheeze
Máres
maart
mert
manege
dorsberg
manneke
menneke
mannen
maansvolk
marktterrein
mert
mei
mai
meisje
durske
meisje
maidje
melkwagen
rómkaar
merel
melling
met
mi
meteen, zo dadelijk
mudinne
mijn vrouw
ons vrouw
misdienaar
misdiender
mist
moek
modder
drek
moe
múúg
mond
bakkus
mooi
schon
mooi meisje
schon durske
morgen
meruge
motor
scheurijzer
N
na de middag
taafture
naald
nòld
naar beneden
umlig
naast
neffe
nadenken
prakkezeere
najaar
naojaor
natuurlijk!
allicht!
nauwelijks
kwellik
negen
nege
nemen
vatte
net zo als
lijk as
niemand
niemes
nieuws
nèèighaid
nieuwsgierig kijken
bliéke
O
oit
uit
olifant
olliefant
ondergoed
onderboks
ongetrouwd
jonk
ongetrouwde vrouw met kind
haokwuw
onhandig iets doen
hannese
onkruid
plukkem
onlangs
korts
ooievaar
ojjevaar
oorlog
órlog
op die manier
óp zóne zin
opschieten
apperensie (maken)
opschieten
plakke
ouders
aawluij
ouderwets
auwverwets(te)
overgeven
kitse
P
paard
perd
paardenbloem
erdschalle
paling
polling
pannenkoek
streuf
papier
pepiér
papieren zak
búúl
Pasen
Posse
pastoor
pustouwer
pastorie
pastorei
perzik
purriks
peultjes
houwkes
peuteren
pulleke
pinda
ólienutje
plagen
koejenere
plankje
plenkske
ploegen
teule
politie
pliessie
poosje
hortje
poot
pauwt
portemonnee
knipbeurs
postzegel
pòsziggel
potlood
pòtloud
potlood
potlouwd
potverdorie
sakkerdie
precies
krèk
prijzen
bestoite
prikkelbaar
noitelek
proeven
pruuve
profiteren
schaaufloupe
R
rauwigheid
rawozzie
richting Ommel
opommelopaon
rits
treksloiting
rode kool
rouwie moes
roken
rouwke
rommel
prulderei
rood
rouwie
rozen
rouwze
rozijn
rezein
ruzie, moeite
moewte
S
sabbelen
zoebele
schade
schaoi
scheef
schif
schel praten
schrawse
schelden
uitschelle
schoffel
schoefel
Schooier
Schaaflaoper
schoorsteen
schórstein
schoot
slip
schop
schup
schouder
schóúwer
schrikken
verschiéte
schroefje
schruufke
schudden
hudsele
schuim
schoim
sigaret
siegret
sla
slaoi
slecht beeld (van TV)
koi bild
slecht humeur
kaoi zin
slechte koffie
loerie
sleutel
sluttel
Slievenstraat
Slieve
sloffen, slenteren
baanzele
smeerboel
plekzooi
snelweg
grouwte weg
Someren Heide
De Hei
Someren-Eind
D'end
speculaas
speklóssie
speen
fiep
spelen
speule
spetteren
snierse
spitten
spaoje
spugen
tuffen
stamppot
petozzie
steunbalk
stijperke
stof
pof
stokje
stùkske
stoomfluit
schoifel
stuiteren
butse
stuk grond
plak
T
te voet
billewaage
tegenwoordig
vandaag d'n dag
televisie
tillevisie
telkens
hoondsgezeik
tien
tiejn
Tikspel, soort tikkertje
poeienpoeien
toilet
plee
tol voor jongens
kapdol
tol voor meisjes
pindol
touwtje
tawke
trekdrop
hengstelèr
trots
gruts
tuin
hof
tuinbonen
flodderbóne
tuinbroek
toinboks
twaalf
twelluf
twee
tweie
U
ui
join
uil
uul
uit
oit
uit elkaar
oiterin
uithalen
beschiete
uitzoeken
zundere
uw
oew
V
vaak
dik
vaatdoek
schottelslet
Valkenswaard
Valkeswird
vals spelen (bij kaarten)
foewtele
Van Der Vleuten
De Vleut
vanzelf
vanaiges
varken
kuus
veel te ruim
lùbbig
vegen
ke^rre
veger
Vèger
Ventieltje
Ventileku
ver weg
wijt weg
Vereijken
de Mus
vergiet
durslag
verprutsen
begaoje
verwaand zijn
hóg inhebbe
veulentje
vulleke
viezerik
smèrlap
vinden
veine
vingers
fikke
vlaai
vlaoi
vlees
vlis
vleien - lief doen
fielefaauwe
Voer
Vuur
vogeltje
vuggelke
volgende
kommende
volksgericht
toffele
vorige week
vlee week
vork
vurrik of verket
vreemd
aorig
vrijdag
vraidig
vrouwen
vrouwe
W
waarschijnlijk
leechtelek, lichelek
warm
werrum
warmte
wermte
wasknijper
waspinneke
weggetje
weegske
wind
weind
winkel
weinkel
woensdag
woenzig
woonkamer
vurherd
wormen
wùùrm
Worstenbroodje
Worstenmik
Z
zadel
zaol
zak
tès
zakdoek
tessendoewk, tesnuzzik
zakmes
knijp
zalf
zaaluf
zanikken
zeivere
zaterdag
zóterig
zeep
zeip
zeug
zóg
ziekenzalving
bediéne
zij
zaj
zolder
zulder
zondag
zondig
zuinig
pinnig, pinèèchtig
zuiver
zoiver
zwaluw
zwòluw
zweetvoeten
zweitvuut
zweten
zweite
2 opmerkingen
Minne buurman vruger vur dè ik nor school ging en bai minne buurjonge anging : Hé matje, hèdde vamèrge al geschete, ge kiekt zo wit`. (zn 60 jore geleje).