50 vertalingen voor het Nederlandse woord `denken`

1. denken = paaze (paasde - gepaast) (Rillaars)
2. denken = dinke (Nederweerts)
3. denken = prakkezeere (Texels)
4. denken = peizn (Brugs)
5. denken = deenke (Mestreechs)
6. denken = dienke (Flakkees)
7. denken = dienke (Ouddorps)
8. denken = dienken (Flakkees)
9. denken = dinke (Sjilvends)
10. denken = dinke (Westfries)
11. denken = dinke (Volendams)
12. denken = dinke (Venloos)
13. denken = dinke (Vijlens)
14. denken = dinken, dochten, edocht (Urkers)
15. denken = dinken (Gulpens)
16. denken = dinken (Overpelts)
17. denken = pààze (Bornems)
18. Denken = Paaze (Zuuns)
19. denken = paazen (Giesbaargs)
20. denken = paose (Mechels (BE))
21. denken = paze, painze (Willebroeks)
22. denken = paze (Holsbeeks)
23. denken = paaze (Berlaars)
24. denken = peinze (Antwerps)
25. denken = peisen (Zottegems)
26. denken = peisn (West-Vlaams)
27. denken = peiz'n (Roeselaars)
28. denken = peize (Dendermonds)
29. denken = peizen (West-Vlaams)
30. denken = paiz'n (Lochristis)
31. denken = peizen (Brakels)
32. denken = peizen (Harelbeeks)
33. denken = peizn (Kortemarks)
34. denken = paaizn (Eekloos)
35. denken = pèsen (Zottegems)
36. Denken = pijzen (Waaslands)
37. denken = pouzen (Giesbaargs)
38. denken = prakkezere (Valkenburgs)
39. denken = prakkezere (Neerpelts)
40. denken = prakkezeren / deenken (Budels)
41. denken = prakkizeren (Amsterdams)
42. Denken = Deenke (Zurriks)
43. denken = dinken (Overpelts)
44. denken = dinke (Kerkraads)
45. Denken = dinken, docht, gedocht (Zeeuws)
46. denken = menen, meinen, dinken (Limburgs)
47. denken = peisn (Veurns)
48. denken = peizen (Moes)
49. denken = peizen / pazen (Opwijks)
50. Denken = Peizn (West-Vlaams)