Voorbeelden

1. Hete saus bretellen, hete saus pyjama.
   Hot sauce suspenders, hot sauce pajamas.
2. En kunnen we klaar saus met klaar saus?
   And can we be done sauce with done sauce?
3. Heel lekkere saus.
   It 's a great sauce.
4. Louisiana Hete Saus.
   Louisiana Hot Sauce sauce.
5. Spaghetti, saus, brood.
   Spaghetti, sauce, bread.
6. Uw handtekening saus?
   Your signature sauce?
7. Mijn speciale saus.
   My special sauce.
8. Heeft u bruine saus?
   You have any brown sauce?
9. En ook...? Hot saus.
   How about any...?
10. Nee, met saus erover.
    No, with sauce on the top.

Voorbeelden

1. Ok, ich saus dann mal los.
   Oké. Dan ga ik maar.
2. Die wenigen Reichen dagegen lebten in Saus und Braus.
   Het kleine aantal rijken ontbrak het daarentegen aan niets.
3. Wenn du wartest, werden wir in Saus und Braus leben.
   Als je op me wacht, kom ik in stijl terug.
4. Liebe Mercy, du kommst heute raus, wir feiern die Freiheit in Saus und in Braus
   Mercy, je gaat naar buiten, geen reden dus om te pruilen.
5. Wärst du nicht mit meinem Geld abgehauen, könnte ich hier in Saus und Braus leben.
   Als je dat geld niet gestolen had, had ik hier lekker kunnen wonen.
6. Das lassen wir sausen.
   Laat de missie vallen.
7. Hab ich sausen lassen.
   Ik ben niet gegaan.
8. Ich ließ ihn sausen.
   Ik heb' m laten gaan.
9. Willst du sie sausen lassen?
   Wil je het overslaan?
10. Ich werde Geometrie sausen lassen.
    Ik heb besloten om meetkunde te laten vallen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden