NL: besteden U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
besteed
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik besteed jij besteedt hij besteedt wij besteden jullie besteden zij besteden
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb besteed jij hebt besteed hij heeft besteed wij hebben besteed jullie hebben besteed zij hebben besteed
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik besteedde jij besteedde hij besteedde wij besteedden jullie besteedden zij besteedden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had besteed jij had besteed hij had besteed wij hadden besteed jullie hadden besteed zij hadden besteed
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal besteden jij zult besteden hij zal besteden wij zullen besteden jullie zullen besteden zij zullen besteden
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal besteed hebben jij zult besteed hebben hij zal besteed hebben wij zullen besteed hebben jullie zullen besteed hebben zij zullen besteed hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou besteden jij zou besteden hij zou besteden wij zouden besteden jullie zouden besteden zij zouden besteden
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou besteed hebben jij zou besteed hebben hij zou besteed hebben wij zouden besteed hebben jullie zouden besteed hebben zij zouden besteed hebben
|
Gebiedende wijs |
besteed
|
Aanvoegende wijs |
bestede |