Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: varen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevaren

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vaar
jij vaart
hij vaart
wij varen
jullie varen
zij varen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevaren
jij hebt gevaren
hij heeft gevaren
wij hebben gevaren
jullie hebben gevaren
zij hebben gevaren

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik voer/vaarde
jij voer/vaarde
hij voer/vaarde
wij voeren/vaarden
jullie voeren/vaarden
zij voeren/vaarden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevaren
jij had gevaren
hij had gevaren
wij hadden gevaren
jullie hadden gevaren
zij hadden gevaren

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal varen
jij zult varen
hij zal varen
wij zullen varen
jullie zullen varen
zij zullen varen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevaren hebben
jij zult gevaren hebben
hij zal gevaren hebben
wij zullen gevaren hebben
jullie zullen gevaren hebben
zij zullen gevaren hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou varen
jij zou varen
hij zou varen
wij zouden varen
jullie zouden varen
zij zouden varen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevaren hebben
jij zou gevaren hebben
hij zou gevaren hebben
wij zouden gevaren hebben
jullie zouden gevaren hebben
zij zouden gevaren hebben

Gebiedende wijs
vaar

Aanvoegende wijs
vare
Gebiedende wijs



Voorbeelden

  1. Ik vaar achteruit.
    I 'm bringing her back.
  2. Vaar... zeg het niet!
    Bye- - don 't say it!
  3. Laatste oproep vaar registratie.
    Final call for registration.
  4. Mike, vaar je uit?
    Mike, you going out?
  5. Hé, vriend, vaar daar naartoe.
    Hey, partner, pull up over there.
  6. Vaar er onbehoedzaam op af.
    Let 's steer heedlessly towards it.
  7. Mr. Sulu, vaar koers voor...
    Mr. Sulu, set a course for...
  8. Geen tijd... ik vaar morgen uit.
    I can 't... shipping back out tomorrow.
  9. Vaar richting de Mok-Joong-haven!
    Move towards Mok-Joong port!
  10. Volg je het of vaar je ertegenin?
    Is it with you? Are you plowing into it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden