Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to mean    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
meaning

Present simple (ott)
I mean
you mean
he means
we mean
you mean
they mean

Present perfect (vtt)
I have meant
you have meant
he has meant
we have meant
you have meant
they have meant

Past Simple (ovt)
I meant
you meant
he meant
we meant
you meant
they meant

Past perfect (vvt)
I had meant
you had meant
he had meant
we had meant
you had meant
they had meant

Present future (ottt)
I will mean
you will mean
he will mean
we will mean
you will mean
they will mean

Present future perfect (vttt)
I will have meant
you will have meant
he will have meant
we will have meant
you will have meant
they will have meant

Past future (ovtt)
I would mean
you would mean
he would mean
we would mean
you would mean
they would mean

Past future perfect (vvtt)
I would have meant
you would have meant
he would have meant
we would have meant
you would have meant
they would have meant


Voorbeelden

  1. You Mean, Mean Person!
    You Mean, Mean Person.
  2. I mean-l mean, no.
    Ik bedoel-ik bedoel, nee.
  3. I mean, I mean it.
    Ik meen het, ik meen het.
  4. Mean, disagreeable, unkind, knavish. Mean.
    Gemeen, onaangenaam, onvriendelijk, stuitend, gemeen...
  5. No! I mean... I mean, um...
    Nee, ik bedoel... ik bedoel...
  6. I mean... I mean, my God!
    Ik bedoel, allemachtig.
  7. You are a mean, mean man.
    Je bent een gemene, gemene man.
  8. I mean, what do you mean?
    Ik wil zeggen, wat bedoel je?
  9. I mean, what does that mean?
    Ik bedoel, wat betekent dat?
  10. I mean, what I mean is...
    Ik bedoel, wat ik bedoel is...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden