1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. parcel

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to parcel    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
parceling; parcelling

Present simple (ott)
I parcel
you parcel
he parcels
we parcel
you parcel
they parcel

Present perfect (vtt)
I have parceled; parcelled
you have parceled; parcelled
he has parceled; parcelled
we have parceled; parcelled
you have parceled; parcelled
they have parceled; parcelled

Past Simple (ovt)
I parceled; parcelled
you parceled; parcelled
he parceled; parcelled
we parceled; parcelled
you parceled; parcelled
they parceled; parcelled

Past perfect (vvt)
I had parceled; parcelled
you had parceled; parcelled
he had parceled; parcelled
we had parceled; parcelled
you had parceled; parcelled
they had parceled; parcelled

Present future (ottt)
I will parcel
you will parcel
he will parcel
we will parcel
you will parcel
they will parcel

Present future perfect (vttt)
I will have parceled; parcelled
you will have parceled; parcelled
he will have parceled; parcelled
we will have parceled; parcelled
you will have parceled; parcelled
they will have parceled; parcelled

Past future (ovtt)
I would parcel
you would parcel
he would parcel
we would parcel
you would parcel
they would parcel

Past future perfect (vvtt)
I would have parceled; parcelled
you would have parceled; parcelled
he would have parceled; parcelled
we would have parceled; parcelled
you would have parceled; parcelled
they would have parceled; parcelled


Voorbeelden

  1. Parcel come for...
    Pakket voor de Meesteres.
  2. Is that your parcel?
    Is dat jouw pakje?
  3. Gwen, parcel for you.
    Gwen, pakketje voor je.
  4. Has my parcel arrived?
    Is mijn pakje gearriveerd?
  5. A parcel, Your Majesty.
    Een geschenk, majesteit.
  6. Parcel for Dr. Leung.
    Parcel voor Dr. Leung.
  7. Parcel Force is coming.
    Luchtmacht pakketje komt er aan.
  8. The parcel is accepted.
    Het pakje is geaccepteerd.
  9. What 's in that parcel?
    Wat zit er in dat pakje?
  10. Now give me the parcel.
    Geef me het pakje.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try