1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. knock

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to knock    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
knocking

Present simple (ott)
I knock
you knock
he knocks
we knock
you knock
they knock

Present perfect (vtt)
I have knocked
you have knocked
he has knocked
we have knocked
you have knocked
they have knocked

Past Simple (ovt)
I knocked
you knocked
he knocked
we knocked
you knocked
they knocked

Past perfect (vvt)
I had knocked
you had knocked
he had knocked
we had knocked
you had knocked
they had knocked

Present future (ottt)
I will knock
you will knock
he will knock
we will knock
you will knock
they will knock

Present future perfect (vttt)
I will have knocked
you will have knocked
he will have knocked
we will have knocked
you will have knocked
they will have knocked

Past future (ovtt)
I would knock
you would knock
he would knock
we would knock
you would knock
they would knock

Past future perfect (vvtt)
I would have knocked
you would have knocked
he would have knocked
we would have knocked
you would have knocked
they would have knocked


Voorbeelden

  1. Knock, knock, knock... Candygram!
    Klop, klop, waar ben je!
  2. Knockety-knock-knock-knock.
    Klopper de klop klop klop
  3. Nora, knock, knock.
    Nora, klop, klop.
  4. Knock, knock, Marcy.
    Klop, klop, Marcy.
  5. Hey Larry, knock knock...
    Hé Larry, klop klop...
  6. Knock, knock. Open wide.
    Klop, klop, gooi maar wijd open.
  7. Said, knock, knock, freak.
    Ik zei ,' klop, klop', mafkees.
  8. Knock, knock. Sorry to interrupt.
    Klop, klop, sorry voor het storen.
  9. Knock-knock. Who 's there?
    Knock-knock. wie is daar?
  10. Knickity-knickity-knock! Knickity-knock!
    Knickity-knickity-knock!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try