1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. insure

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to insure    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
insuring

Present simple (ott)
I insure
you insure
he insures
we insure
you insure
they insure

Present perfect (vtt)
I have insured
you have insured
he has insured
we have insured
you have insured
they have insured

Past Simple (ovt)
I insured
you insured
he insured
we insured
you insured
they insured

Past perfect (vvt)
I had insured
you had insured
he had insured
we had insured
you had insured
they had insured

Present future (ottt)
I will insure
you will insure
he will insure
we will insure
you will insure
they will insure

Present future perfect (vttt)
I will have insured
you will have insured
he will have insured
we will have insured
you will have insured
they will have insured

Past future (ovtt)
I would insure
you would insure
he would insure
we would insure
you would insure
they would insure

Past future perfect (vvtt)
I would have insured
you would have insured
he would have insured
we would have insured
you would have insured
they would have insured


Voorbeelden

  1. And they 'll insure them.
    En zij geven een garantie af.
  2. I insure that nothing goes wrong.
    Ik garandeer u dat er niets misgaat.
  3. In insurance you could only insure something you own
    Bij verzekeringen kon je alleen iets verzekeren dat je bezat...
  4. What would you do to insure his wife again?
    Wat zou je doen om je vrouw weer te omhelzen?
  5. To insure you don 't return to your house.
    Om te verzekeren dat je niet naar je huis gaat.
  6. Willie, one of us has to insure domestic tranquility!
    Willie, iemand van ons moest de huiselijke rust in zekerheid nemen!
  7. Our insurance company doesn 't insure people over 80.
    Onze verzekering dekt mensen boven de 80 niet.
  8. Did you take reasonable steps to insure their safety?
    Nam u de nodige maatregelen om hun veiligheid te waarborgen?
  9. A power that could insure victory in the upcoming crusade.
    Die kracht kan ons de overwinning geven in de volgende kruistocht.
  10. Yet you advised your husband not to insure the Westerly.
    U ontraadde uw man het te verzekeren.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try