1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. hoot

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to hoot    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
hooting

Present simple (ott)
I hoot
you hoot
he hoots
we hoot
you hoot
they hoot

Present perfect (vtt)
I have hooted
you have hooted
he has hooted
we have hooted
you have hooted
they have hooted

Past Simple (ovt)
I hooted
you hooted
he hooted
we hooted
you hooted
they hooted

Past perfect (vvt)
I had hooted
you had hooted
he had hooted
we had hooted
you had hooted
they had hooted

Present future (ottt)
I will hoot
you will hoot
he will hoot
we will hoot
you will hoot
they will hoot

Present future perfect (vttt)
I will have hooted
you will have hooted
he will have hooted
we will have hooted
you will have hooted
they will have hooted

Past future (ovtt)
I would hoot
you would hoot
he would hoot
we would hoot
you would hoot
they would hoot

Past future perfect (vvtt)
I would have hooted
you would have hooted
he would have hooted
we would have hooted
you would have hooted
they would have hooted


Voorbeelden

  1. What a hoot, huh?
    Wat een giller, hé?
  2. Sounds like a hoot.
    Zeker! Klinkt geweldig.
  3. Been a hoot all right.
    Het was een geweldige middag.
  4. That was a hoot, yeah.
    Dat was een giller, ja.
  5. Ain 't that a hoot?
    Is dat niet lachen?
  6. It is a real hoot.
    Het is echt om te gillen.
  7. Yes, Hoot, you moronic birdbrain.
    Ja, Hoot, Jij achterlijk vogelkop.
  8. Your dad is a hoot.
    Jouw vader is een grapjas.
  9. Don 't worry yourself about Hoot.
    Maak je geen zorgen over Hoot.
  10. This is gonna be a hoot.
    Dit gaat een giller zijn.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try