Voorbeelden

1. You fool! You fool!
   Dwaas dat je bent.
2. Hey, fool! Fool follower!
   Hé, sufferd en sufferd-volger.
3. No fool like an old fool?
   Geen dwaas als een oude dwaas?
4. Who is more foolish- - the fool or the fool who thinks the fool a fool?
   Wie is de echte dwaas? De dwaas of de dwaas die denkt dat de dwaas een dwaas is?
5. You fool!
   Stommeling!
6. You can 't fool an old fool.
   Mij hou je niet voor de gek.
7. Send a fool on a fool 's errand.
   Laat een dwaas die dwazentaak afhandelen.
8. Stop trying to fool me and fool yourself.
   Je moet de waarheid onder ogen zien.
9. Ain 't no fool like a gold fool.
   Er is geen gek als een goudgek.
10. There 's no fool like an old fool.
    Gekker dan dit zijn ze er niet.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden