Voorbeelden

1. This man would deprive you of eternal life!
   deze man zou jou van het eeuwige leven willen beroven!
2. I wouldn 't want to deprive Mr Eckers.
   Ik zou mr Eckers niets willen ontnemen.
3. And you wouldn 't dare deprive them of dessert.
   En je zou het niet in je hoofd halen ze hun toetje te ontzeggen.
4. To deprive your mother of a place to live.
   Je gunt je moeder geen thuis.
5. No one wants to deprive them of their inheritance.
   Die willen we toch hun erfgoed niet ontnemen.
6. Oh, please, don 't deprive the kids of their mother.
   Oh, alsjeblieft, ontzeg de kinderen niet hun moeder.
7. One arrow and we can deprive them of their leader.
   E � n pijl en we kunnen hen ontdoen van hun leider.
8. Yes, we wouldn 't want to deprive him of that.
   Ja, dat zullen we maar niet van hem afpakken.
9. Deprive it of its power and possibly slow it down.
   Ontneem het zijn energie en mogelijk wordt het trager.
10. There 's no reason to deprive you of your needed medicine.
    Tot die tijd willen we jullie je medicijn niet onthouden.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden