Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

DE: bedenken
NL: bedenken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bedacht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bedenk
jij bedenkt
hij bedenkt
wij bedenken
jullie bedenken
zij bedenken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bedacht
jij hebt bedacht
hij heeft bedacht
wij hebben bedacht
jullie hebben bedacht
zij hebben bedacht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bedacht
jij bedacht
hij bedacht
wij bedachten
jullie bedachten
zij bedachten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bedacht
jij had bedacht
hij had bedacht
wij hadden bedacht
jullie hadden bedacht
zij hadden bedacht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bedenken
jij zult bedenken
hij zal bedenken
wij zullen bedenken
jullie zullen bedenken
zij zullen bedenken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bedacht hebben
jij zult bedacht hebben
hij zal bedacht hebben
wij zullen bedacht hebben
jullie zullen bedacht hebben
zij zullen bedacht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bedenken
jij zou bedenken
hij zou bedenken
wij zouden bedenken
jullie zouden bedenken
zij zouden bedenken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bedacht hebben
jij zou bedacht hebben
hij zou bedacht hebben
wij zouden bedacht hebben
jullie zouden bedacht hebben
zij zouden bedacht hebben

Gebiedende wijs
bedenk

Aanvoegende wijs
bedenke

Voorbeelden

  1. Bedenk even, Will.
    Think about it, Will.
  2. Bedenk een oproepspreuk.
    We need a summoning spell.
  3. Nee, bedenk eens.
    No, think about it.
  4. Bedenk een experiment.
    Design the experiment.
  5. Bedenk iets anders.
    Now maybe you 'll do it right.
  6. Bedenk iets nieuws.
    Invent something new.
  7. Bedenk eens, George.
    Think about it, George.
  8. Bedenk maar iets.
    Figure something out!
  9. Bedenk maar iets.
    Remember-anything.
  10. Bedenk maar iets.
    Think of something.


DE: bedenken    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Partizip Perfekt & Präsens
bedacht
bedenkend

Indikativ Präsens
ich bedenke
du bedenkst
er bedenkt
wir bedenken
ihr bedenkt
sie; Sie bedenken

Indikativ Perfekt
ich habe bedacht
du hast bedacht
er hat bedacht
wir haben bedacht
ihr habt bedacht
sie; Sie haben bedacht

Indikativ Präteritum
ich bedachte
du bedachtest
er bedachte
wir bedachten
ihr bedachtet
sie; Sie bedachten

Indikativ Plusquamperfekt
ich hatte bedacht
du hattest bedacht
er hatte bedacht
wir hatten bedacht
ihr hattet bedacht
sie; Sie hatten bedacht

Indikativ Futur I
ich werde bedenken
du wirst bedenken
er wird bedenken
wir werden bedenken
ihr werdet bedenken
sie; Sie werden bedenken

Indikativ Futur II
ich werde bedacht haben
du wirst bedacht haben
er wird bedacht haben
wir werden bedacht haben
ihr werdet bedacht haben
sie; Sie werden bedacht haben

Konjunktiv I Präsens
ich bedenke
du bedenkest
er bedenke
wir bedenken
ihr bedenket
sie; Sie bedenken

Konjunktiv I Perfekt
ich habe bedacht
du habest bedacht
er habe bedacht
wir haben bedacht
ihr habet bedacht
sie; Sie haben bedacht

Konjunktiv II Präsens
ich bedächte
du bedächtest
er bedächte
wir bedächten
ihr bedächtet
sie; Sie bedächten

Konjunktiv II Perfekt
ich hätte bedacht
du hättest bedacht
er hätte bedacht
wir hätten bedacht
ihr hättet bedacht
sie; Sie hätten bedacht

Konjunktiv II Futur I
ich würde bedenken
du würdest bedenken
er würde bedenken
wir würden bedenken
ihr würdet bedenken
sie; Sie würden bedenken

Konjunktiv II Futur II
ich würde bedacht haben
du würdest bedacht haben
er würde bedacht haben
wir würden bedacht haben
ihr würdet bedacht haben
sie; Sie würden bedacht haben

der Imperativ
du bedenke


Voorbeelden

  1. Hast du Bedenken?
    Heb je bedenkingen?
  2. Welche Art Bedenken?
    Wat voor twijfels?
  3. Vergiss diese Bedenken.
    Maak je geen zorgen.
  4. Was für Bedenken?
    Wat voor problemen?
  5. Ich habe Bedenken.
    Ik maakte me zorgen.
  6. Hast du Bedenken?
    Krijg je twijfels?
  7. Was ihr bedenken müsst...
    Wat je moet beseffen....
  8. Nein, Cameron hatte Bedenken.
    Nee, cameron had bedenkingen.
  9. Okay, ethische Bedenken beseitigt.
    Oké, ethische horden opgeruimd.
  10. Bedenken Sie Ihre Lage.
    Bestudeer je situatie.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden