Voorbeelden

1. Lässt deine Wachstumshormone wahnsinnig ansteigen.
   Daardoor rijzen je groeihormonen de pan uit.
2. Sie können auf 3,400 ansteigen.
   U mag klimmen naar 3.400.
3. Er lässt gerade seine Rechnung mit dem Erwachsenenprogramm ansteigen.
   Hij heeft een hoge rekening voor het volwassenenkanaal.
4. Ein Indiz für sexuelle Erregung ist das Ansteigen der Temperatur.
   Een verhoging van temperatuur... ... treedt op bij seksuele opwinding.
5. Wenn die Hauspreise nicht ansteigen, werden Sie nicht refinanzieren können.
   Als de prijzen niet gaan stijgen, kun je straks niet oversluiten.
6. In den nächsten Monaten soll die Zahl der Toten langsam aber stetig ansteigen.
   De maanden daarna wil ik dat dat dodental langzaam maar zeker stijgt.
7. Während des Sommers - Juni bis August - können die Tagestemperaturen bis auf 30°C-40°C ansteigen, dazu kommt eine hohe Luftfeuchtigkeit
   Tijdens de zomermaanden, van juni tot augustus, kunnen de dagtemperaturen oplopen tot 30°C-40°C, met een hoge vochtigheidsgraad

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden