Vertalingen Ansteigen DE>NL
ansteigen
werkw.
1) höher werden -
stijgen , oplopen Die Arbeitslosigkeit ist wieder leicht angestiegen. - De werkloosheid is weer licht gestegen. |
2) nach oben führen -
stijgen , oplopen Zum Gipfel hin steigt der Pfad steil an. - Het pas loopt steil omhoog naar de top. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ansteigen (ww.) | aangroeien (ww.) ; aanwassen (ww.) ; omhoogrijzen (ww.) ; oprijzen (ww.) ; rijzen (ww.) ; vermeerderen (ww.) |
das Ansteigen | de aangroei (m) ; de aanwinst (v) ; de expansie (v) ; de groei (m) ; het klimmen ; de stijging (v) ; de toeneming (v) ; de verhoging (v) ; vermedevuldigen (znw.) ; de versterking (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Ansteigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhebenDE: angehenDE: anlaufenDE: anschwellenDE: AnsteigungDE: anwachsenDE: anziehenDE: aufbrechenDE: aufgehenDE: aufragenUitdrukkingen en gezegdes
DE: angestiegen kommen
NL: komen aanstappen