Vind een (dialect)woord

Toon woorden

6 vertalingen voor het Nederlandse woord `subiet`

  1. subiet = votdoalek (Westerkwartiers)
  2. subiet = mediejemen (Neerpelts)
  3. subiet = bediejeme (turnhouts)
  4. subiet = reskes (Vejels)
  5. subiet = ieneen'nt (Westerkwartiers)
  6. Subiet = astriejen (Kotnakes)


22 vertalingen voor het dialectwoord `subiet`

  1. subiet = seffens (Laakdals (Vorst))
  2. subiet = onmiddellijk (Bambrugs)
  3. Subiet = Direct (Giethoorns)
  4. subiet = Direct, Onmiddelijk, gelijk, nu, (Utrechts)
  5. subiet = straks (Booms)
  6. subiet = dadelijk (Hoogstraats)
  7. subiet = zo dadelijk (Neerpelts)
  8. subiet = dadelijk (Ossendrechts)
  9. subiet = direct, zo dadelijk (Oudenbosch)
  10. subiet = meteen (Helmonds)
  11. Subiet = Zo snel mogelijk (Bredaas)
  12. subiet = zometeen (Eindhovens)
  13. Subiet = Dadelijk (Haperts)
  14. subiet = zo dadelijk (Allefs)
  15. subiet = direct (doen) (Brabants)
  16. subiet = aanstonds (Eekloos)
  17. subiet = meteen (Evergems)
  18. subiet = terstond (Evergems)
  19. subiet = straks (Vilvoords)
  20. Subiet = Direct (Zeeuws)
  21. subiet = straks (Zeeuws)
  22. subiet = meteen (Westlands)