Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: zweefvliegen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gezweefvliegd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zweefvlieg
jij zweefvliegt
hij zweefvliegt
wij zweefvliegen
jullie zweefvliegen
zij zweefvliegen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gezweefvliegd
jij hebt gezweefvliegd
hij heeft gezweefvliegd
wij hebben gezweefvliegd
jullie hebben gezweefvliegd
zij hebben gezweefvliegd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zweefvliegde
jij zweefvliegde
hij zweefvliegde
wij zweefvliegden
jullie zweefvliegden
zij zweefvliegden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gezweefvliegd
jij had gezweefvliegd
hij had gezweefvliegd
wij hadden gezweefvliegd
jullie hadden gezweefvliegd
zij hadden gezweefvliegd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal zweefvliegen
jij zult zweefvliegen
hij zal zweefvliegen
wij zullen zweefvliegen
jullie zullen zweefvliegen
zij zullen zweefvliegen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gezweefvliegd hebben
jij zult gezweefvliegd hebben
hij zal gezweefvliegd hebben
wij zullen gezweefvliegd hebben
jullie zullen gezweefvliegd hebben
zij zullen gezweefvliegd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou zweefvliegen
jij zou zweefvliegen
hij zou zweefvliegen
wij zouden zweefvliegen
jullie zouden zweefvliegen
zij zouden zweefvliegen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gezweefvliegd hebben
jij zou gezweefvliegd hebben
hij zou gezweefvliegd hebben
wij zouden gezweefvliegd hebben
jullie zouden gezweefvliegd hebben
zij zouden gezweefvliegd hebben

Gebiedende wijs
zweefvlieg

Aanvoegende wijs
zweefvliege

Voorbeelden

  1. Dit is het snelbewegend jong van een zweefvlieg.
    This is a fasting moving young of a hoverfly.
  2. Hij zei dat hij niet wilde dat hij dat zweefvlieg pak zou dragen.
    He said he didn 't want him wearing that gliding suit.
  3. Als je met een zweefvlieg in de thermiek komt, voel je het echt.
    When you hit a thermal in a glider, you really feel it.
  4. starten (zweefvliegen)
    launch a glider
  5. piefje (zweefvliegen)
    yaw string
  6. kabelbreuk (zweefvliegen)
    cable break
  7. neushaak (zweefvliegen)
    nose hook
  8. invoegen (zweefvliegen)
    join a thermal
  9. zitkussen (zweefvliegen)
    seat cushion
  10. autostart (zweefvliegen)
    tow car launch

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden