Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: zwalpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gezwalpt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zwalp
jij zwalpt
hij zwalpt
wij zwalpen
jullie zwalpen
zij zwalpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gezwalpt
jij hebt gezwalpt
hij heeft gezwalpt
wij hebben gezwalpt
jullie hebben gezwalpt
zij hebben gezwalpt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zwalpte
jij zwalpte
hij zwalpte
wij zwalpten
jullie zwalpten
zij zwalpten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gezwalpt
jij had gezwalpt
hij had gezwalpt
wij hadden gezwalpt
jullie hadden gezwalpt
zij hadden gezwalpt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal zwalpen
jij zult zwalpen
hij zal zwalpen
wij zullen zwalpen
jullie zullen zwalpen
zij zullen zwalpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gezwalpt hebben
jij zult gezwalpt hebben
hij zal gezwalpt hebben
wij zullen gezwalpt hebben
jullie zullen gezwalpt hebben
zij zullen gezwalpt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou zwalpen
jij zou zwalpen
hij zou zwalpen
wij zouden zwalpen
jullie zouden zwalpen
zij zouden zwalpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gezwalpt hebben
jij zou gezwalpt hebben
hij zou gezwalpt hebben
wij zouden gezwalpt hebben
jullie zouden gezwalpt hebben
zij zouden gezwalpt hebben

Gebiedende wijs
zwalp

Aanvoegende wijs
zwalpe

Voorbeelden

  1. Een beetje zond zwalpen, denk ik Er is geen bloed op de tralies, George.
    Flail around a bit, I suppose There 's no blood on the bars, George.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden