Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: zwachtelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gezwachteld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zwachtel
jij zwachtelt
hij zwachtelt
wij zwachtelen
jullie zwachtelen
zij zwachtelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gezwachteld
jij hebt gezwachteld
hij heeft gezwachteld
wij hebben gezwachteld
jullie hebben gezwachteld
zij hebben gezwachteld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zwachtelde
jij zwachtelde
hij zwachtelde
wij zwachtelden
jullie zwachtelden
zij zwachtelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gezwachteld
jij had gezwachteld
hij had gezwachteld
wij hadden gezwachteld
jullie hadden gezwachteld
zij hadden gezwachteld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal zwachtelen
jij zult zwachtelen
hij zal zwachtelen
wij zullen zwachtelen
jullie zullen zwachtelen
zij zullen zwachtelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gezwachteld hebben
jij zult gezwachteld hebben
hij zal gezwachteld hebben
wij zullen gezwachteld hebben
jullie zullen gezwachteld hebben
zij zullen gezwachteld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou zwachtelen
jij zou zwachtelen
hij zou zwachtelen
wij zouden zwachtelen
jullie zouden zwachtelen
zij zouden zwachtelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gezwachteld hebben
jij zou gezwachteld hebben
hij zou gezwachteld hebben
wij zouden gezwachteld hebben
jullie zouden gezwachteld hebben
zij zouden gezwachteld hebben

Gebiedende wijs
zwachtel

Aanvoegende wijs
zwachtele

Voorbeelden

  1. M' n ingewanden worden bij elkaar gehouden door een zwachtel.
    My guts are being held in by an Ace bandage.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden