NL: zullen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
-
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik zal jij zult hij zal wij zullen jullie zullen zij zullen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik zou jij zou hij zou wij zouden jullie zouden zij zouden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
|
| Gebiedende wijs |
zult
|
| Aanvoegende wijs |
| zulle |