Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: zoomen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gezoomd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zoom
jij zoomt
hij zoomt
wij zoomen
jullie zoomen
zij zoomen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gezoomd
jij hebt gezoomd
hij heeft gezoomd
wij hebben gezoomd
jullie hebben gezoomd
zij hebben gezoomd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zoomde
jij zoomde
hij zoomde
wij zoomden
jullie zoomden
zij zoomden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gezoomd
jij had gezoomd
hij had gezoomd
wij hadden gezoomd
jullie hadden gezoomd
zij hadden gezoomd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal zoomen
jij zult zoomen
hij zal zoomen
wij zullen zoomen
jullie zullen zoomen
zij zullen zoomen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gezoomd hebben
jij zult gezoomd hebben
hij zal gezoomd hebben
wij zullen gezoomd hebben
jullie zullen gezoomd hebben
zij zullen gezoomd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou zoomen
jij zou zoomen
hij zou zoomen
wij zouden zoomen
jullie zouden zoomen
zij zouden zoomen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gezoomd hebben
jij zou gezoomd hebben
hij zou gezoomd hebben
wij zouden gezoomd hebben
jullie zouden gezoomd hebben
zij zouden gezoomd hebben

Gebiedende wijs
zoom

Aanvoegende wijs
zoome

Voorbeelden

  1. zoom
    bead
  2. Blinde zoom
    Blind hem
  3. Zoom toegift
    Hem allowance
  4. Zoom eens wat in?
    Zoom in a little.
  5. Camera twee, zoom in.
    Camera two, pan in.
  6. Zoom doet een schietgebedje.
    Zoom throws up a Hail Mary!
  7. Zoom in en verbeter.
    And push in and enhance.
  8. Jij hebt Zoom vermoord.
    You were gonna kill Zoom.
  9. Wacht, Ik zoom in.
    Wait, I 'll zoom in.
  10. Ik veranderde de zoom.
    I changed the frame.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden