Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: zogen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gezoogd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zoog
jij zoogt
hij zoogt
wij zogen
jullie zogen
zij zogen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gezoogd
jij hebt gezoogd
hij heeft gezoogd
wij hebben gezoogd
jullie hebben gezoogd
zij hebben gezoogd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zoogde
jij zoogde
hij zoogde
wij zoogden
jullie zoogden
zij zoogden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gezoogd
jij had gezoogd
hij had gezoogd
wij hadden gezoogd
jullie hadden gezoogd
zij hadden gezoogd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal zogen
jij zult zogen
hij zal zogen
wij zullen zogen
jullie zullen zogen
zij zullen zogen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gezoogd hebben
jij zult gezoogd hebben
hij zal gezoogd hebben
wij zullen gezoogd hebben
jullie zullen gezoogd hebben
zij zullen gezoogd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou zogen
jij zou zogen
hij zou zogen
wij zouden zogen
jullie zouden zogen
zij zouden zogen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gezoogd hebben
jij zou gezoogd hebben
hij zou gezoogd hebben
wij zouden gezoogd hebben
jullie zouden gezoogd hebben
zij zouden gezoogd hebben

Gebiedende wijs
zoog

Aanvoegende wijs
zoge

Voorbeelden

  1. Je zoog niet zo hard.
    You didn 't suck that hard.
  2. Hij zoog haar brein leeg.
    He sucked her brain dry!
  3. Maar ik zoog al op pikken toen jij nog op een speen zoog.
    It 's just I was sucking dick when you were sucking on a pacifier.
  4. Ik denk dat ik er aan zoog.
    I think I sucked on it.
  5. Ze zoog talen op als een spons.
    She soaked up languages like a sponge.
  6. Ik zoog vuiligheid in vier landen, man.
    I sucked dirt in four countries, man.
  7. Ik zoog bijna aan een lul door jou!
    I almost sucked a dick because of you!
  8. Het zoog iets op van onder de bank.
    Just sucked up something underneath the couch.
  9. je zoog de Chi uit hun allemaal tegelijk.
    But you managed to You sucked the Chi out of all of them All at once.
  10. Gisteren zoog hij de jam uit een donut.
    Yesterday he sucked all the jelly out of a doughnut.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden