1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. zinc

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to zinc    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
zincing

Present simple (ott)
I zinc
you zinc
he zincs
we zinc
you zinc
they zinc

Present perfect (vtt)
I have zinced
you have zinced
he has zinced
we have zinced
you have zinced
they have zinced

Past Simple (ovt)
I zinced
you zinced
he zinced
we zinced
you zinced
they zinced

Past perfect (vvt)
I had zinced
you had zinced
he had zinced
we had zinced
you had zinced
they had zinced

Present future (ottt)
I will zinc
you will zinc
he will zinc
we will zinc
you will zinc
they will zinc

Present future perfect (vttt)
I will have zinced
you will have zinced
he will have zinced
we will have zinced
you will have zinced
they will have zinced

Past future (ovtt)
I would zinc
you would zinc
he would zinc
we would zinc
you would zinc
they would zinc

Past future perfect (vvtt)
I would have zinced
you would have zinced
he would have zinced
we would have zinced
you would have zinced
they would have zinced


Voorbeelden

  1. sheet zinc
    bladzink
  2. zinc roof
    zinken dak
  3. Lead, zinc, mercury.
    Lood, zink, kwik.
  4. That zinc does it?
    Werkt die zink wel?
  5. But how do I use zinc oxide?
    Wanneer gebruik ik dat?
  6. No, it 's nothing, me take zinc.
    Nee, het is niets, ik neem zink.
  7. Zinc, mica, feces- - this is the place.
    Zink, mica, fecaliën... hier is het.
  8. Now evaporated zinc will only condense onto metal.
    Verdampte zink condenseert alleen op metaal.
  9. You could do this here with your own zinc.
    Je zou dat hier met je eigen zink kunnen doen.
  10. The good news is the zinc sulfate treatments have worked.
    Het goede nieuws is dat de zinksulfaatbehandelingen hebben geholpen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try