Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: zieken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geziekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ziek
jij ziekt
hij ziekt
wij zieken
jullie zieken
zij zieken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geziekt
jij hebt geziekt
hij heeft geziekt
wij hebben geziekt
jullie hebben geziekt
zij hebben geziekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ziekte
jij ziekte
hij ziekte
wij ziekten
jullie ziekten
zij ziekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geziekt
jij had geziekt
hij had geziekt
wij hadden geziekt
jullie hadden geziekt
zij hadden geziekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal zieken
jij zult zieken
hij zal zieken
wij zullen zieken
jullie zullen zieken
zij zullen zieken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geziekt hebben
jij zult geziekt hebben
hij zal geziekt hebben
wij zullen geziekt hebben
jullie zullen geziekt hebben
zij zullen geziekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou zieken
jij zou zieken
hij zou zieken
wij zouden zieken
jullie zouden zieken
zij zouden zieken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geziekt hebben
jij zou geziekt hebben
hij zou geziekt hebben
wij zouden geziekt hebben
jullie zouden geziekt hebben
zij zouden geziekt hebben

Gebiedende wijs
ziek

Aanvoegende wijs
zieke

Voorbeelden

  1. 666. Hij werd ziek, ziek, ziek.
    Oh, 666 He got sick, sick, sick
  2. ziek
    morbid
  3. Ik was ziek, psychisch ziek.
    I was sick, mentally ill.
  4. Je bent ziek, Zach. Ziek.
    You 're sick, Zach, sick.
  5. Ik ben ziek. Ik ben ziek.
    I 'm sick, I 'm sick.
  6. Je bent een ziek, ziek man.
    You are a sick, sick man.
  7. Ik ben... maar ik ben ziek, ziek!
    I 'm... but I am sick, sick!
  8. Haar lichaam is ziek. Haar geest is ziek.
    She 's sick in her body, sick in her mind!
  9. Geruïneerd en ziek.
    Ruined and diseased.
  10. Jullie zijn ziek.
    You 're not well.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden