NL: zerofillen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gezerofild
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik zerofil jij zerofilt hij zerofilt wij zerofillen jullie zerofillen zij zerofillen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gezerofild jij hebt gezerofild hij heeft gezerofild wij hebben gezerofild jullie hebben gezerofild zij hebben gezerofild
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik zerofilde jij zerofilde hij zerofilde wij zerofilden jullie zerofilden zij zerofilden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gezerofild jij had gezerofild hij had gezerofild wij hadden gezerofild jullie hadden gezerofild zij hadden gezerofild
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal zerofillen jij zult zerofillen hij zal zerofillen wij zullen zerofillen jullie zullen zerofillen zij zullen zerofillen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gezerofild hebben jij zult gezerofild hebben hij zal gezerofild hebben wij zullen gezerofild hebben jullie zullen gezerofild hebben zij zullen gezerofild hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou zerofillen jij zou zerofillen hij zou zerofillen wij zouden zerofillen jullie zouden zerofillen zij zouden zerofillen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gezerofild hebben jij zou gezerofild hebben hij zou gezerofild hebben wij zouden gezerofild hebben jullie zouden gezerofild hebben zij zouden gezerofild hebben
|
| Gebiedende wijs |
zerofil
|
| Aanvoegende wijs |
| zerofille |