Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: zegenen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gezegend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zegen
jij zegent
hij zegent
wij zegenen
jullie zegenen
zij zegenen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gezegend
jij hebt gezegend
hij heeft gezegend
wij hebben gezegend
jullie hebben gezegend
zij hebben gezegend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zegende
jij zegende
hij zegende
wij zegenden
jullie zegenden
zij zegenden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gezegend
jij had gezegend
hij had gezegend
wij hadden gezegend
jullie hadden gezegend
zij hadden gezegend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal zegenen
jij zult zegenen
hij zal zegenen
wij zullen zegenen
jullie zullen zegenen
zij zullen zegenen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gezegend hebben
jij zult gezegend hebben
hij zal gezegend hebben
wij zullen gezegend hebben
jullie zullen gezegend hebben
zij zullen gezegend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou zegenen
jij zou zegenen
hij zou zegenen
wij zouden zegenen
jullie zouden zegenen
zij zouden zegenen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gezegend hebben
jij zou gezegend hebben
hij zou gezegend hebben
wij zouden gezegend hebben
jullie zouden gezegend hebben
zij zouden gezegend hebben

Gebiedende wijs
zegen

Aanvoegende wijs
zegene

Voorbeelden

  1. Zuster, als u ze wilt zegenen, zegen ze dan droog.
    Sister, you wanna bless' em, you bless' em dry.
  2. Zegen haar, vader.
    Bless her, father.
  3. Zegen tante Tabitha.
    Bless Aunt Tabitha.
  4. Zegen mij, Goden.
    You bless me, gods.
  5. God zegen Amerika!
    God bless America!
  6. Zegen de bloemen...
    Bless the flowers...
  7. Zegen ons, vader.
    Bless us, Father.
  8. Zegen en behoed...
    Bless and preserve...
  9. Zegen het, Monseigneur.
    Bless it, Monseigneur.
  10. Een gemengde zegen.
    It 's a mixed blessing.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden