1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. zany

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to zany    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
zanying

Present simple (ott)
I zany
you zany
he zanies
we zany
you zany
they zany

Present perfect (vtt)
I have zanied
you have zanied
he has zanied
we have zanied
you have zanied
they have zanied

Past Simple (ovt)
I zanied
you zanied
he zanied
we zanied
you zanied
they zanied

Past perfect (vvt)
I had zanied
you had zanied
he had zanied
we had zanied
you had zanied
they had zanied

Present future (ottt)
I will zany
you will zany
he will zany
we will zany
you will zany
they will zany

Present future perfect (vttt)
I will have zanied
you will have zanied
he will have zanied
we will have zanied
you will have zanied
they will have zanied

Past future (ovtt)
I would zany
you would zany
he would zany
we would zany
you would zany
they would zany

Past future perfect (vvtt)
I would have zanied
you would have zanied
he would have zanied
we would have zanied
you would have zanied
they would have zanied


Voorbeelden

  1. Zany, slutty, boozy Cate.
    Gekke, sletterige, zuipende Cate.
  2. You Have the Right to Remain Zany,
    Je hebt het recht om maf te worden.
  3. Unlike the zany madcap you are now?
    Dus niet zo' n mafkees zoals je nu bent?
  4. Why does it have to be zany?
    Waarom moet het doortrapt zijn?
  5. Do you think I just have a zany accent for amusement?
    Denk je dat ik dit accent alleen voor de show heb?
  6. Eh, I guess to you that was just another one of my zany schemes,
    Je zal wel denken dat het gewoon een van mijn idiote spelletjes was, nietwaar?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try