Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wurgen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewurgd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wurg
jij wurgt
hij wurgt
wij wurgen
jullie wurgen
zij wurgen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewurgd
jij hebt gewurgd
hij heeft gewurgd
wij hebben gewurgd
jullie hebben gewurgd
zij hebben gewurgd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wurgde
jij wurgde
hij wurgde
wij wurgden
jullie wurgden
zij wurgden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewurgd
jij had gewurgd
hij had gewurgd
wij hadden gewurgd
jullie hadden gewurgd
zij hadden gewurgd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wurgen
jij zult wurgen
hij zal wurgen
wij zullen wurgen
jullie zullen wurgen
zij zullen wurgen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewurgd hebben
jij zult gewurgd hebben
hij zal gewurgd hebben
wij zullen gewurgd hebben
jullie zullen gewurgd hebben
zij zullen gewurgd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wurgen
jij zou wurgen
hij zou wurgen
wij zouden wurgen
jullie zouden wurgen
zij zouden wurgen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewurgd hebben
jij zou gewurgd hebben
hij zou gewurgd hebben
wij zouden gewurgd hebben
jullie zouden gewurgd hebben
zij zouden gewurgd hebben

Gebiedende wijs
wurg

Aanvoegende wijs
wurge

Voorbeelden

  1. Kom op, wurg hem.
    Go on, choke him out!
  2. Ik wurg jullie allemaal.
    I swear I 'll strangle you all.
  3. Dus dan wurg je mij maar?
    So you garrote me?
  4. Kop dicht of ik wurg je.
    Shut up or I 'll strangle you.
  5. Hou je kop of ik wurg je.
    Shut up or I ´ ll kill you.
  6. Op een veiling van Hillside wurg objecten.
    At an auction for hillside strangler items.
  7. Nou, nou, wurg me daar niet voor!
    Well, well, don 't strangle me for that!
  8. Het is niet dat ik haar wurg.
    It 's not like I 'm strangling her.
  9. Dan wurg ik je met je eigen sjaal.
    I 'm gonna choke you out with your own scarf.
  10. Wurg ons metje schoudersnoeren! Misschien zijn ze sterker!
    Strangle us with your aiguillettesl They may be more durable!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden