Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wuiven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewuifd/gewoven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wuif
jij wuift
hij wuift
wij wuiven
jullie wuiven
zij wuiven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewuifd/gewoven
jij hebt gewuifd/gewoven
hij heeft gewuifd/gewoven
wij hebben gewuifd/gewoven
jullie hebben gewuifd/gewoven
zij hebben gewuifd/gewoven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wuifde/woof
jij wuifde/woof
hij wuifde/woof
wij wuifden/woven
jullie wuifden/woven
zij wuifden/woven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewuifd/gewoven
jij had gewuifd/gewoven
hij had gewuifd/gewoven
wij hadden gewuifd/gewoven
jullie hadden gewuifd/gewoven
zij hadden gewuifd/gewoven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wuiven
jij zult wuiven
hij zal wuiven
wij zullen wuiven
jullie zullen wuiven
zij zullen wuiven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewuifd/gewoven hebben
jij zult gewuifd/gewoven hebben
hij zal gewuifd/gewoven hebben
wij zullen gewuifd/gewoven hebben
jullie zullen gewuifd/gewoven hebben
zij zullen gewuifd/gewoven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wuiven
jij zou wuiven
hij zou wuiven
wij zouden wuiven
jullie zouden wuiven
zij zouden wuiven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewuifd/gewoven hebben
jij zou gewuifd/gewoven hebben
hij zou gewuifd/gewoven hebben
wij zouden gewuifd/gewoven hebben
jullie zouden gewuifd/gewoven hebben
zij zouden gewuifd/gewoven hebben

Gebiedende wijs
wuif

Aanvoegende wijs
wuive
Gebiedende wijs



Voorbeelden

  1. Wuif naar de camera.
    Wave to the camera.
  2. Wuif naar de inwoners.
    Wave to the locals.
  3. Wuif haar tot ziens, Buster.
    Wave her' bye, Buster.
  4. Wuif eens naar Neal, Jim?
    Wave at neal, jim.
  5. Wuif niet naar mijn moordenaar.
    Don 't wave at my murderer!
  6. En wuif het niet weg met een grap.
    And don 't wave it away with a joke.
  7. Wuif de armen omhoog, beweeg je benen parallel.
    Sweep the arms up, move your feet to parallel.
  8. Ik wuif mijn edele delen naar jullie tantes.
    I wave my private parts at your aunties.
  9. Ik huil en huil en wuif mijn tranen weg...
    I cry and cry and wipe my tears away.
  10. En dat ik er kwaad om ben wuif je zomaar weg.
    And for you to just dismiss my being upset about it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden