Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wikkelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewikkeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wikkel
jij wikkelt
hij wikkelt
wij wikkelen
jullie wikkelen
zij wikkelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewikkeld
jij hebt gewikkeld
hij heeft gewikkeld
wij hebben gewikkeld
jullie hebben gewikkeld
zij hebben gewikkeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wikkelde
jij wikkelde
hij wikkelde
wij wikkelden
jullie wikkelden
zij wikkelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewikkeld
jij had gewikkeld
hij had gewikkeld
wij hadden gewikkeld
jullie hadden gewikkeld
zij hadden gewikkeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wikkelen
jij zult wikkelen
hij zal wikkelen
wij zullen wikkelen
jullie zullen wikkelen
zij zullen wikkelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewikkeld hebben
jij zult gewikkeld hebben
hij zal gewikkeld hebben
wij zullen gewikkeld hebben
jullie zullen gewikkeld hebben
zij zullen gewikkeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wikkelen
jij zou wikkelen
hij zou wikkelen
wij zouden wikkelen
jullie zouden wikkelen
zij zouden wikkelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewikkeld hebben
jij zou gewikkeld hebben
hij zou gewikkeld hebben
wij zouden gewikkeld hebben
jullie zouden gewikkeld hebben
zij zouden gewikkeld hebben

Gebiedende wijs
wikkel

Aanvoegende wijs
wikkele

Voorbeelden

  1. Die plastic wikkel...
    That plastic wrapper...
  2. Een Milky Way wikkel.
    A Milky Way wrapper.
  3. Wikkel ze in doeken!
    Wrap them in flannel!
  4. Wikkel dit er omheen.
    Here wrap it in this.
  5. Wikkel dit om haar been.
    Wrap this around her leg.
  6. Jouw compressie-wikkel, niet waar?
    Your compression coil, you say?
  7. Wikkel de deken om haar heen.
    Wrap the blanket round her.
  8. Wikkel de fles in een doek.
    Wrap the bottle in a towel.
  9. Wikkel maar een deken om je hoofd.
    Maybe you should wrap a blanket around your head.
  10. Oke, oke, nu, maar wikkel het strak.
    All right, okay, now, just wrap it up tight.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden