Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wijzigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewijzigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wijzig
jij wijzigt
hij wijzigt
wij wijzigen
jullie wijzigen
zij wijzigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewijzigd
jij hebt gewijzigd
hij heeft gewijzigd
wij hebben gewijzigd
jullie hebben gewijzigd
zij hebben gewijzigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wijzigde
jij wijzigde
hij wijzigde
wij wijzigden
jullie wijzigden
zij wijzigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewijzigd
jij had gewijzigd
hij had gewijzigd
wij hadden gewijzigd
jullie hadden gewijzigd
zij hadden gewijzigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wijzigen
jij zult wijzigen
hij zal wijzigen
wij zullen wijzigen
jullie zullen wijzigen
zij zullen wijzigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewijzigd hebben
jij zult gewijzigd hebben
hij zal gewijzigd hebben
wij zullen gewijzigd hebben
jullie zullen gewijzigd hebben
zij zullen gewijzigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wijzigen
jij zou wijzigen
hij zou wijzigen
wij zouden wijzigen
jullie zouden wijzigen
zij zouden wijzigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewijzigd hebben
jij zou gewijzigd hebben
hij zou gewijzigd hebben
wij zouden gewijzigd hebben
jullie zouden gewijzigd hebben
zij zouden gewijzigd hebben

Gebiedende wijs
wijzig

Aanvoegende wijs
wijzige

Voorbeelden

  1. Wijzig onze koers.
    Alter our vector!
  2. Wijzig je regels.
    Change your policy.
  3. Wijzig uw verklaring.
    Change your statement.
  4. Wijzig de onderste.
    Change the bottom one.
  5. Wijzig jouw toekomst.
    Change your future.
  6. Wijzig naar 68, alsjeblieft.
    Readjust to 68, please.
  7. wijzig geen enkel ding.
    Don 't change a damn thing.
  8. Wijzig de bestemming in Shanghai.
    Please change the destination to Shanghai.
  9. Wijzig gewoon niet de route.
    Just don 't reroute this rail road.
  10. Waarom wijzig je de koers?
    Why are you changing course?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden