NL: whitelisten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gewhitelist
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik whitelist jij whitelist hij whitelist wij whitelisten jullie whitelisten zij whitelisten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gewhitelist jij hebt gewhitelist hij heeft gewhitelist wij hebben gewhitelist jullie hebben gewhitelist zij hebben gewhitelist
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik whitelistte jij whitelistte hij whitelistte wij whitelistten jullie whitelistten zij whitelistten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gewhitelist jij had gewhitelist hij had gewhitelist wij hadden gewhitelist jullie hadden gewhitelist zij hadden gewhitelist
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal whitelisten jij zult whitelisten hij zal whitelisten wij zullen whitelisten jullie zullen whitelisten zij zullen whitelisten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gewhitelist hebben jij zult gewhitelist hebben hij zal gewhitelist hebben wij zullen gewhitelist hebben jullie zullen gewhitelist hebben zij zullen gewhitelist hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou whitelisten jij zou whitelisten hij zou whitelisten wij zouden whitelisten jullie zouden whitelisten zij zouden whitelisten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gewhitelist hebben jij zou gewhitelist hebben hij zou gewhitelist hebben wij zouden gewhitelist hebben jullie zouden gewhitelist hebben zij zouden gewhitelist hebben
|
Gebiedende wijs |
whitelist
|
Aanvoegende wijs |
whiteliste |