Voorbeelden

1. Yeah, it 's a whisk.
   Yeah, het is een whisk.
2. She said it was a whisk.
   Dat het een klopper was.
3. You did whisk me into the doorway.
   Je trok me mee naar de deuropening.
4. Use your vampire powers to whisk him away.
   Gebruik je vampier krachten om klop hem weg.
5. If they get really pushy, I 'll whisk him away.
   Als ze heel lastig worden, leid ik ze wel af.
6. You can turn in your whisk broom and phoney accent,
   Je kan je heksenbezem weer pakken en je arrogante stem weer opzetten,
7. I would not be here to whisk you away to wedded bliss.
   Dan zou ik niet hier zijn om je weg te dragen voor het huwelijksgeluk.
8. Okay, the old hinge, the whisk wires. This is what he was building.
   Oké, de oude scharnier, de garde, dit is wat hij aan het bouwen was.
9. They 're gonna whisk him out of here, and we 're never gonna see him again.
   Ze halen hem hier weg, en wij zien hem nooit meer terug.
10. The car will pick you up at 4: 00 to whisk you away to your beautiful hilltop wedding.
    De auto haalt jullie om 16: 00 op en brengt jullie naar je mooie bruiloft op de heuvel.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden