Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wegwissen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weggewist

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wis weg
jij wist weg
hij wist weg
wij wissen weg
jullie wissen weg
zij wissen weg

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegwis
dat jij wegwist
dat hij wegwist
dat wij wegwissen
dat jullie wegwissen
dat zij wegwissen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weggewist
jij hebt weggewist
hij heeft weggewist
wij hebben weggewist
jullie hebben weggewist
zij hebben weggewist

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wiste weg
jij wiste weg
hij wiste weg
wij wisten weg
jullie wisten weg
zij wisten weg

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegwiste
dat jij wegwiste
dat hij wegwiste
dat wij wegwisten
dat jullie wegwisten
dat zij wegwisten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weggewist
jij had weggewist
hij had weggewist
wij hadden weggewist
jullie hadden weggewist
zij hadden weggewist

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wegwissen
jij zult wegwissen
hij zal wegwissen
wij zullen wegwissen
jullie zullen wegwissen
zij zullen wegwissen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weggewist hebben
jij zult weggewist hebben
hij zal weggewist hebben
wij zullen weggewist hebben
jullie zullen weggewist hebben
zij zullen weggewist hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wegwissen
jij zou wegwissen
hij zou wegwissen
wij zouden wegwissen
jullie zouden wegwissen
zij zouden wegwissen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weggewist hebben
jij zou weggewist hebben
hij zou weggewist hebben
wij zouden weggewist hebben
jullie zouden weggewist hebben
zij zouden weggewist hebben

Gebiedende wijs
wis weg

Aanvoegende wijs
wegwisse

Voorbeelden

  1. Ik kan niet eens je tranen wegwissen.
    I can not even wegwissen your tears.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden